Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5383, 200.230.147/01

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5383, 200.230.147/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 juni 2018
Datum publicatie
14 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2018:5383
Zaaknummer
200.230.147/01

Inhoudsindicatie

Op non-actiefstelling en ontslag van manager. Uitbetaling van alle geregistreerde uren als overuren? Doorbetaling van overuren tijdens op-nonactiefstelling? Invloed overuren op hoogte transititievergoeding. Bij berekening billijke vergoeding ook verdiscontering van de kans dat een niet gevolgd verbeteringstraject een positieve uitkomst zou hebben gehad.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.230.147/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 6321748 AR VERZ 17-70)

beschikking van 11 juni 2018

in de zaak van

de besloten vennootschap Café-Restaurant Sprookjeshof B.V.

gevestigd te Zuidlaren,

verzoekster in het principaal hoger beroep,

tevens verweerster in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek,

hierna: Sprookjeshof,

advocaat: mr. M.H.J. Miltenburg,

tegen:

[verweerster]

wonende te [A] ,

verweerster in hoger beroep, tevens verzoekster in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: verweerster, tevens verzoekster in het tegenverzoek,

hierna: [verweerster] ,

advocaat: mr. L. Sandberg.

1 Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de beschikking van 21 november 2017 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.

2 Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:

- het beroepschrift, ter griffie ontvangen op 27 december 2017;

- het verweerschrift tevens bevattende het incidenteel appel, ter griffie ontvangen op 10 april 2018;

- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep, ter griffie ontvangen op 23 april 2018;

- nadere producties zijdens [verweerster] , ter griffie ontvangen op 24 april 2018;

- de op 2 mei 2018 gehouden mondelinge behandeling, waarbij door beide partijen pleitnotities zijn overgelegd.

2.2

Vervolgens heeft het hof een datum voor de uitspraak bepaald.

2.3

Sprookjeshof heeft het hof verzocht, voor zover de wet dat toelaat uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van 21 november 2017 te vernietigen voor zover die inhoudt:

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] een transitievergoeding te betalen voor zover die meer bedraagt dan € 3.004,- bruto;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] een billijke vergoeding te betalen van € 10.000,- bruto;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] een bedrag ter vergoeding van overuren te betalen voor zover dat meer dan € 1.500,- bruto betreft;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] te betalen een bedrag van € 1.280,66 bruto aan feestdagcompensatie-uren;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] te betalen 50% wettelijke verhoging over het achterstallig salaris over de maanden juli, augustus en september 2017;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] te betalen een bedrag van € 808,99 bruto per maand vanaf 13 juli 2017 tot aan 1 januari 2018;

-

de veroordeling van Sprookjeshof om aan [verweerster] te betalen een bedrag van € 868,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;

-

de veroordeling van Sprookjeshof tot betaling van de proceskosten in de zaak van het tegenverzoek die door de kantonrechter werden vastgesteld op een bedrag van € 600,- voor het salaris van de gemachtigde van [verweerster] ;

-

de veroordeling tot verstrekking van deugdelijke bruto/netto specificaties voor zover die zien op de veroordelingen onder 6.8, 6.9, 6.10, 6.13 voor zover die zien op de wettelijke verhoging en 6.14 en de daaraan gekoppelde dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag na betekening van de beschikking dat Sprookjeshof daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,-.

Voorts verzoekt Sprookjeshof de veroordeling tot terugbetaling van hetgeen zij teveel aan [verweerster] heeft betaald, te vermeerderen met wettelijke rente, de veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure in hoger beroep.

2.4

[verweerster] heeft in incidenteel appel - onder vermeerdering van haar oorspronkelijke verzoek - verzocht dat het hof, eveneens voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van 21 november 2017 op een aantal onderdelen vernietigt en opnieuw rechtdoende, Sprookjeshof veroordeelt tot betaling van

-

de transitievergoeding van € 3.831,48 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2018;

-

een billijke vergoeding van € 75.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2018;

-

een bedrag ad € 19.968,42 bruto aan overuren, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;

-

een bedrag ad € 1.920,99 bruto aan feestdagcompensatie uren, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente;

-

primair een bedrag ad € 2.829,05 bruto aan openstaande vakantie uren en subsidiair € 4.326,44 bruto, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 1februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;

-

een bedrag ad € 958,38 bruto per maand vanaf 13 juli 2017 tot januari 2018, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening;

-

een bedrag ad € 1.095,17 aan wettelijke verhoging met betrekking tot te laat voldaan salaris over de maanden oktober, november en december 2017, alsmede de wettelijke rente ad € 8,56 tot betaling van vorenstaande vergoedingen aan [verweerster] , onder verstrekking van een deugdelijke bruto/netto specificatie, op straffe van een dwangsom ad € 1.000,- per dag;

Alles onder de veroordeling van Sprookjeshof in de kosten van de procedure, waarbij het salaris in eerste aanleg begroot moet worden op € 2.400,-.

3 De feiten

Het hof zal uitgaan van de feiten zoals die door de kantonrechter in de beschikking van 21 november 2017 zijn vastgesteld. Het hof zal die feiten hierna herhalen, aangevuld met enige feiten die in hoger beroep tevens zijn komen vast te staan.

3.1

Sprookjeshof exploiteert een attractiepark en een brasserie/zalencentrum in Zuidlaren. Sprookjeshof werd ruim 35 jaar geleid door de familie [B] . In het voorjaar van 2015 heeft de familie [B] het attractiepark inclusief brasserie/zalencentrum verkocht aan Amusement Park Holding B.V., van welke vennootschap de aandelen worden gehouden door ondernemingen van [C] en [D] . [C] werd bestuurder van Sprookjeshof.

3.2

[verweerster] , geboren [in] 1970, is [in] 2015 voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Sprookjeshof, in de functie van Bedrijfsmanager, aanvankelijk voor 32 uur per week, vanaf 1 juni 2016 uitgebreid tot 38 uur per week, tegen een laatstgenoten salaris van € 3.338,30 bruto per maand, exclusief emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is het arbeidsvoorwaardenreglement van de Koninklijke Horeca Nederland van toepassing verklaard.

3.3

Dit reglement bepaalt onder meer het volgende:

3.12

Feestdagencompensatie

Voor het feitelijk werken in een dienst die begint op een feestdag, met uitloop van de dienst na 24.00 uur, geldt als compensatie:

• Tijd voor tijd: voor elk uur werken op de feestdag met uitloop van de dienst; 1 uur vervangende doorbetaalde vrijetijd

• Tijd voor tijd binnen 6 maanden na feestdag niet mogelijk:

50% toeslag op het uurloon van de uren werken op de feestdag en de tijd voor tijd vervalt

(…)

3.13

Overwerk

1. Het kan voorkomen dat je op verzoek van je werkgever werkzaamheden hebt verricht waardoor je in elke periode van 12 maanden meer uren werkt dan de normale arbeidstijd,

de arbeidstijd bij aanwezigheidsdiensten of een langere

afgesproken arbeidstijd.

2. De uren waarmee de normale arbeidstijd, de arbeidstijd bij

aanwezigheidsdiensten of een langere afgesproken werktijd

wordt overschreden, is overwerk.

3.14

Overwerkcompensatie

Voor vastgestelde overwerkuren geldt als compensatie:

1. Tijd voor tijd:

1.1.

Voor elk overwerkuur een uur doorbetaalde vrije tijd

1.2.

Je kunt ook in overleg met je werkgever direct uitbetalen van 100% uurloon voor elk overwerkuur verzoeken waarmee de tijd voor tijd vervalt.

2. Als tijd voor tijd binnen 6 maanden na vaststelling van overwerk niet mogelijk is:

2.1.

Uitbetalen van 100% uurloon voor elk overwerkuur en de tijd voor tijd vervalt.

3.4

[verweerster] registreerde haar eigen arbeidsuren. Op 12 juni 2015 heeft zij aan [C] bericht dat zij met 32 uur per week niet uitkwam, dat zij teveel tijd-voor-tijduren zou opbouwen, dat het niet haalbaar was om die in de winter op te nemen en dat zij dat ook niet wilde.

3.5

In januari 2016 heeft Sprookjeshof een (vakantie)vliegticket voor [verweerster] betaald ter compensatie van opgebouwde overuren.

3.6

Bij e-mailbericht van 5 juli 2017 heeft [C] [verweerster] uitgenodigd voor een

functioneringsgesprek op 13 juli 2017. Blijkens het e-mailbericht zou een aantal punten aan de orde komen, zoals het rapport NVWA, omgang/inzet personeel, planning, dingen die verbeterd zouden kunnen worden en te maken afspraken over te behalen doelen en resultaten.

3.7

Op 13 juli 2017 heeft er vervolgens een gesprek plaatsgevonden tussen de heer [C] en [verweerster] in het bijzijn van mevrouw [E] , de partner van [C] en degene die de administratieve zaken regelt voor Sprookjeshof. Tijdens dit gesprek deelde [C] aan [verweerster] mee dat hij de arbeidsovereenkomst met [verweerster] wenste te beëindigen en dat zij per direct op non-actief werd gesteld. De directe aanleiding voor de non-actiefstelling was dat [verweerster] een week vakantie had gepland in het hoogseizoen. [C] overhandigde aan [verweerster] een vaststellingsovereenkomst waarin is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd per 13 juli 2017. [verweerster] heeft deze vaststellingsovereenkomst niet ondertekend. [verweerster] heeft van het gesprek een opname gemaakt met haar telefoon.

3.8

Naar aanleiding van dit gesprek schreef [C] bij e-mailbericht van 15 juli 2017 aan

[verweerster] - voor zover relevant - als volgt:

"Beste [verweerster] ,

(…)

Je bent ontslagen om dat de je situatie als functioneren als bedrijfsmanager onhoudbaar was.

Dit heb ik je heel goed toegelicht.

Ten eerste dat jij net nadat je een week op vakantie bent geweest in Thailand nu in het hoofd

seizoen weer zonodig op vakantie moest ging bij mij door het verkeerde keelgat. Ook op de manier hoe wij daarvan per ongeluk op de hoogte werden gebracht was heel erg triest. (...).

Verder heb ik je duidelijk meegedeeld dat verschillende medewerkers zich bij ons gemeld hebben dat je geen goede bedrijfsmanager was en de belangrijke dingen die ze aan je vroegen te regelen je helemaal niks mee deed. Of vergat.

En uiteindelijk leiden dat tot klachten van onze gasten.

Bovengenoemde kunnen wij dmv getuigenverklaringen van de medewerksters bewijzen.

Verder melde je tijdens ons gesprek datje ca 800 overuren had. Ik was daar zeer verbaasd over en deze overuren zijn nooit door mij schriftelijk goedgekeurd. Dus worden ze door ons niet geaccepteerd.

Tevens heb ik je gemeld dat wij eerder in de week de concept jaarcijfers hebben ontvangen en daar een bedrijfsresultaat uitgekomen is van een verlies van ca EURO 225.000,-.

Als mede eigenaar heb ik je gemeld dat het nu echt tijd om in te grijpen en dat de situatie onhoudbaar is."

3.9

Bij e-mailbericht van 15 juli 2017 gericht aan [C] protesteerde [verweerster] tegen de non actiefstelling en verzocht zij per direct weer te worden toegelaten tot het verrichten van haar werkzaamheden.

3.10

Nadat [verweerster] zich had voorzien van rechtsbijstand is getracht tot een regeling te komen over de beëindiging van het dienstverband. Dit is niet gelukt, onder meer vanwege de claim betreffende de overuren.

3.11

Bij brief van 3 augustus 2017 heeft de gemachtigde van [verweerster] Sprookjeshof aangeschreven en gesommeerd om het salaris over de maand juli 2017 te voldoen.

3.12

Sprookjeshof heeft daarop het loon slechts gedeeltelijk voldaan, namelijk tot een bedrag van € 1.303,55 met de toelichting "beslagvrije voet juli 2017 incl. wettelijke rente."

3.13

Op 11 augustus 2017 heeft Sprookjeshof [verweerster] bericht dat zij van mening is dat [verweerster] door opzet, althans bewust roekeloos handelen, schade heeft toegebracht aan Sprookjeshof en dat deze schade conform artikel 7:632 lid 1 sub a BW zal worden verrekenend met het salaris voor zover het loon de beslagvrije voet overstijgt. Op het salaris van augustus 2017 vond eveneens een inhouding plaats.

3.14

Bij brief van 4 september 2017 heeft de gemachtigde van [verweerster] Sprookjeshof nogmaals aangeschreven en gesommeerd het (volledige) salaris te voldoen. Sprookjeshof heeft aan deze sommatie geen gehoor gegeven.

4 De verzoeken en de beslissing in eerste aanleg

5 De beoordeling van de grieven en de vorderingen in hoger beroep

6 De beslissing