Home

Rechtbank Limburg, 25-11-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9430, 8288051 CV 20-454

Rechtbank Limburg, 25-11-2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:9430, 8288051 CV 20-454

Gegevens

Instantie
Rechtbank Limburg
Datum uitspraak
25 november 2020
Datum publicatie
14 december 2020
ECLI
ECLI:NL:RBLIM:2020:9430
Zaaknummer
8288051 CV 20-454

Inhoudsindicatie

Koopovereenkomst medicijnen; totstandkoming bij balieverkoop apotheek; preferentiebeleid; medische noodzaak; vergoeding verzekeraar niet van invloed op betalingsverplichting patiënt.

Uitspraak

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: 8288051 \ CV EXPL 20-454

Vonnis van de kantonrechter van 25 november 2020

in de zaak van:

de besloten vennootschap APOTHEEK HEER B.V., handelend onder de naam APOTHEEK HEER,

gevestigd te Maastricht, in deze zaak domicilie kiezende bij de hierna genoemde gemachtigde,

eisende partij,

gemachtigde E.A.P. van Lith,

tegen:

[gedaagde] ,

wonend [adres] ,

[woonplaats] ,

gedaagde partij,

procederend in persoon.

Partijen zullen hierna “apotheek” en “ [gedaagde] ” genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

 de dagvaarding met producties

 de conclusie van antwoord met producties

 de conclusie van repliek met producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] gebruikt het medicijn Paroxetine. Op 13 maart 2019 is door de apotheek het preferente label van dat medicijn (van fabrikant ICC BV) aan hem verstrekt. [gedaagde] bezocht twee dagen later opnieuw de apotheek en verzocht om het merkmedicijn van Sandoz, dat hij voordien altijd gebruikte. Hij heeft het aanvraagformulier medische noodzaak ingevuld.

2.2.

Op 25 maart 2019 heeft [gedaagde] 7 tabletten contant afgerekend. Op 2 april 2019 heeft [gedaagde] 60 stuks van het label Sandoz opgehaald bij de apotheek. De apotheek heeft hem verteld dat deze niet vergoed werden. [gedaagde] heeft de contantnota op rekening laten zetten.

2.3.

Voor de verstrekking van medicijnen heeft de apotheek [gedaagde] twee facturen gestuurd voor een totaalbedrag van € 22,22. [gedaagde] heeft die facturen niet voldaan.

2.4.

De (gemachtigde van de) apotheek heeft [gedaagde] tevergeefs tot betaling aangemaand.

3 Het geschil

3.1.

De apotheek vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt om aan de apotheek te voldoen een bedrag van € 70,82 (bestaande uit € 22,22 aan hoofdsom, € 0,20 aan rente tot 14 januari 2020 en € 48,80 buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 22,22 vanaf 14 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, vermeerderd met de proceskosten, waaronder begrepen het salaris en de noodzakelijke verschotten van de gemachtigde. Aan die vordering legt de apotheek - kort gezegd - ten grondslag dat zij met [gedaagde] een koopovereenkomst heeft gesloten, die [gedaagde] niet is nagekomen.

3.2.

[gedaagde] voert verweer. Hij stelt zich - zakelijk weergegeven - op het standpunt dat er een medische noodzaak is om het voorgeschreven medicijn aan hem te verstrekken en dat dit medicijn volledig wordt vergoed door zijn zorgverzekering. De apotheek negeert de medische noodzaak, passeert daarmee de huisarts en wil een goedkoper alternatief uitreiken, aldus [gedaagde] .

4 De beoordeling

5 De beslissing