Home

Rechtbank Midden-Nederland, 20-05-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2302, C/16/521822 / KG ZA 21-273

Rechtbank Midden-Nederland, 20-05-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2302, C/16/521822 / KG ZA 21-273

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
20 mei 2021
Datum publicatie
2 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:2302
Zaaknummer
C/16/521822 / KG ZA 21-273

Inhoudsindicatie

De familie van een patiënt die Covid-19 heeft gehad en er slecht aan toe is, wenst behandeling van de patiënt met de middelen Ivermectine, Hydroxychloroquine en Vitamine C. Het ziekhuis weigert dit en staat ook niet toe dat een door de familie aangedragen andere arts de behandeling in het ziekenhuis uitvoert. De familie heeft gevorderd het ziekenhuis te bevelen om toe te staan dat een andere arts de gewenste behandeling in het ziekenhuis toepast. De voorzieningenrechter heeft op de zitting een mondeling vonnis gewezen, waarbij deze vordering is afgewezen. De beslissing van het ziekenhuis om de door de familie gewenste behandeling niet toe te passen en dit evenmin te faciliteren, is niet in strijd is met goed hulpverlenerschap. De voorzieningenrechter ziet geen reden om aan het inhoudelijke medisch oordeel van de behandelend artsen en de door hen toegepaste behandeling te twijfelen. Het ziekenhuis en de behandelend artsen hebben zorgvuldig gehandeld.

Uitspraak

proces-verbaal

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/521822 / KG ZA 21-273

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 20 mei 2021

in de zaak van

1 [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiseres sub 2],

wonende te [woonplaats] , Duitsland,

3. [eiseres sub 3],

wonende te [woonplaats] ,

4. [eiser sub 4],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. N.J.P. Vanaken te Eindhoven,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. T.A.M. van den Ende te Utrecht.

Eisers zullen hierna respectievelijk [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] , [eiseres sub 3] en [eiser sub 4] worden genoemd. Zij zullen gezamenlijk worden aangeduid als de familie [familie] . Gedaagde zal het ziekenhuis worden genoemd.

1 De procedure

1.1.

De familie [familie] heeft een dagvaarding met producties ingediend en heeft hierna nog aanvullende producties in het geding gebracht. Het ziekenhuis heeft ook producties ingediend.

1.2.

Op 20 mei 2021 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waar namens de familie [familie] [eiser sub 1] en mr. Vanaken zijn verschenen. Namens het ziekenhuis zijn verschenen de heer [A] , lid van de Raad van Bestuur van het ziekenhuis, mevrouw [B] , als jurist werkzaam bij het ziekenhuis, de heer [C] , als intensivist werkzaam bij het ziekenhuis en mr. Van den Ende. Ook waren aanwezig de heer [D] , als intensivist werkzaam bij het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis en de heer [E] , werkzaam bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Partijen hebben hun standpunten aan de hand van een pleitnota toegelicht en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Zij hebben op elkaars standpunten kunnen reageren. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken.

1.3.

Na afloop van de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 30p van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mondeling uitspraak gedaan.

2 De beslissing

De voorzieningenrechter

2.1.

wijst de vorderingen af;

2.2.

veroordeelt de familie [familie] in de proceskosten, aan de zijde van het ziekenhuis tot op heden begroot op € 1.683,-- (€ 667,-- voor griffierecht en € 1.016,-- voor salaris advocaat);

2.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

3 De gronden van de beslissing