Home

Rechtbank Noord-Nederland, 28-03-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1632, 187263

Rechtbank Noord-Nederland, 28-03-2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:1632, 187263

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
28 maart 2023
Datum publicatie
21 april 2023
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2023:1632
Zaaknummer
187263

Inhoudsindicatie

Nihilstelling partneralimentatie, omdat vrouw zelf in eigen onderhoud moet voorzien. Vrouw is 13 jaar bezig met een opleiding en heeft deze nog niet afgerond.

Uitspraak

Afdeling Privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaak-/rekestnummer: C/17/187263 / FA RK 22-2266

beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 13 april 2023

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen de man,

advocaat mr. C.M. de Jonge, kantoorhoudende te Emmen,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats],

hierna ook te noemen de vrouw,

advocaat mr. A. van der Welle, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1 Het procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van de man, ingekomen op 16 december 2022;

- het verweerschrift van de vrouw, ingekomen op 17 februari 2023;

- een brief van de man met productie 15 tot en met 18, ingekomen op 17 februari 2023;

- een F9-formulier met bijlage van de vrouw, ingekomen op 20 februari 2023;

- een brief met bijlage van de vrouw, ingekomen op 24 februari 2023;

- een brief met bijlage van de man, ingekomen op 24 februari 2023.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 februari 2023. Verschenen zijn:

- de man, bijgestaan door mr. De Jonge;

- de vrouw, bijgestaan door mr. Van der Welle;

- mevrouw De Jong, namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: RvdK).

1.3.

De minderjarige [naam 1] is, gelet op haar leeftijd, in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de verzoeken over de omgang. Ze heeft op 24 februari 2023 met de kinderrechter gesproken.

2 De feiten

2.1.

De man en de vrouw zijn gehuwd geweest. De echtscheidingsbeschikking van 25 maart 2015 van deze rechtbank is op 17 april 2015 ingeschreven in het register van de burgerlijke stand.

2.2.

De man en de vrouw zijn de ouders van [naam 1], geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats].

2.3.

[naam 1] heeft haar hoofdverblijf bij de vrouw.

2.4.

De man is op 3 augustus 2020 een geregistreerd partnerschap aangegaan met [nieuwe partner] (hierna: [nieuwe partner]).

2.5.

De man heeft met [nieuwe partner] twee kinderen:

- [naam 2], geboren op [geboortedatum] 2020 in [geboorteplaats];

- [naam 3], geboren op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats].

2.6.

Bij de beschikking van 25 maart 2015 van deze rechtbank is bepaald dat het aangehechte ouderschapsplan onderdeel uitmaakt van de beschikking. Partijen waren in het ouderschapsplan een zorgregeling overeengekomen die aansloot bij de man zijn werk in de offshore op dat moment. Sinds 2018 werkt de man niet meer in de offshore en hebben partijen de regeling gewijzigd in een weekendregeling.

2.7.

Bij de beschikking van 30 augustus 2016 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het hof bepaald dat de man aan de vrouw als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam 1] € 324,- per maand dient te betalen. Bij diezelfde beschikking heeft het hof bepaald dat de man aan de vrouw als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud € 681,- per maand dient te betalen.

3 Het geschil

3.1.

De man verzoekt, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. dat de beschikking van 25 maart 2015 van deze rechtbank wordt gewijzigd in die zin dat de in het ouderschapsplan vastgelegde zorgregeling, voor wat betreft de reguliere omgang, zodanig wordt gewijzigd dat [naam 1] een weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag na school tot zondagmiddag bij de man verblijft, waarbij de vrouw brengt en de man terugbrengt;

II. dat de beschikking van 30 augustus 2016 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt gewijzigd in die zin dat met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift de door de man ten behoeve van de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud primair op nihil zal worden gesteld dan wel subsidiair zal worden gelimiteerd tot een periode van 7 jaar en 8 maanden, meer subsidiair zal worden vastgesteld op een bedrag dat de rechtbank redelijk en billijk zal oordelen;

III. dat de beschikking van 30 augustus 2016 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt gewijzigd in die zin dat met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift de door de man aan de vrouw te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam 1] zal worden gewijzigd in een bedrag van € 90,- per maand, althans in een bedrag dat de rechtbank redelijk en billijk zal oordelen.

3.2.

De vrouw voert verweer, strekkende tot afwijzing van de verzoeken van de man. De vrouw verzoekt - na wijziging -, bij wijze van zelfstandig verzoek, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. te bepalen dat de zorgregeling vastgesteld bij de beschikking van 25 maart 2015 van deze rechtbank wordt gewijzigd inhoudende dat er geen vaste zorgregeling tussen de man en [naam 1] zal gelden, althans een zorgregeling van eenmaal per twee weken van zaterdagmiddag 16.00 uur tot zondagmiddag 14.00 uur, waarbij het wisselmoment in Oosterwolde zal plaatsvinden, althans een zorgregeling in goede justitie te bepalen;

II. te bepalen dat de kinderalimentatie vastgesteld bij beschikking van 30 augustus 2016 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt gewijzigd, inhoudende dat de man voortaan met een bedrag van € 425,- per maand gaat bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam 1], telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen;

III. te bepalen dat de bijdrage in de kosten van de vrouw haar levensonderhoud zoals vastgesteld beschikking van 30 augustus 2016 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wordt gewijzigd, inhoudende dat de man voortaan met een bedrag van € 850,- per maand (bruto) gaat bijdragen in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen.

4 De beoordeling

5 De beslissing