Home

Rechtbank Amsterdam, 18-05-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2610, 8461106 KK EXPL 20-252

Rechtbank Amsterdam, 18-05-2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2610, 8461106 KK EXPL 20-252

Gegevens

Instantie
Rechtbank Amsterdam
Datum uitspraak
18 mei 2020
Datum publicatie
8 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:RBAMS:2020:2610
Zaaknummer
8461106 KK EXPL 20-252

Inhoudsindicatie

Ontruiming in kort geding toegewezen, wegens ernstige overlast. Ondanks corona.

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 8461106 KK EXPL 20-252

vonnis van: 13 mei 2020

func.: 854

I n z a k e

gevestigd te Amsterdam

eiseres

nader te noemen: Ymere

gemachtigde: mr. H.M.G. Brunklaus

t e g e n

wonende te Amsterdam

gedaagde

nader te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

Bij dagvaarding van 23 april 2020 met producties heeft Ymere een voorziening gevorderd.

Ter zitting van 6 mei 2020 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden.

Voor Ymere is [naam] verschenen, consulent woonfraude en overlast, vergezeld door de gemachtigde. Tevens is aan de zijde van Ymere verschenen de heer [betrokkene] , huurder van [adres 2]. [gedaagde] is verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Partijen hebben op voorhand stukken in het geding gebracht en ter zitting hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.

1.1.

[gedaagde] huurt met ingang van 1 juli 2019 de woning aan de [adres 1] te [woonplaats] (hierna: het gehuurde) van Ymere. Het is een sociale huurwoning met een berging (box) in een recentelijk geheel gerenoveerd complex.

1.2.

Van de huurovereenkomst maken de Algemene Huurvoorwaarden onderdeel uit. Artikel 6 van deze voorwaarden bepaalt dat de huurder verplicht is het gehuurde en eventuele gemeenschappelijke ruimten en voorzieningen behoorlijk en overeenkomstig de bestemming te gebruiken en schoon te houden (lid 3)en dat de huurder geen overlast of hinder aan buren of omwonenden mag veroorzaken (lid 8).

1.3.

Op 31 oktober 2019 heeft de bewoner van [adres 1] bij Ymere geklaagd over hamer- en bonkgeluiden, gedurende de dag en de nacht en besmeuring van het trappenhuis met tomatenketchup door [gedaagde] . Ook de andere bewoners van het trappenhuis hebben geklaagd over geluidsoverlast en vervuiling van de algemene ruimten met onder meer etenswaren, papier en kapotte eieren.

1.4.

Op 6 november 2019 heeft Ymere met [gedaagde] over de klachten gesproken. Hij ontkent dat hij geluidsoverlast heeft veroorzaakt en ketchup op de muren van het trappenhuis heeft gespoten.

1.5.

Ymere heeft alle bewoners verzocht een logboekformulier bij te houden van de klachten. Twee bewoners ( van nummers [huisnummer] en [huisnummer] ) hebben hun klachten in de periode van eind november tot eind december 2019 op dit formulier ingevuld, voorzien van foto’s, waarop vuil in het trappenhuis te zien is.

1.6.

Ymere heeft in de eerste week van december 2019 een (eigen) geluidsmeter geplaatst in de woning boven die van [gedaagde] , op nummer [huisnummer] . De metingen zijn uitgewerkt in een tabel. De conclusie luidt dat er op 5 december, om 08:53 uur en 22:26 uur, en op 8 december 2019, om 10:55 uur, 11:00 uur en 11:39 uur, geluidswaarden zijn gemeten (in het logboek van de bewoner omschreven als ‘boren en timmeren’) die ‘ver boven de toegestane norm’ liggen.

1.7.

Bij brief van 6 januari 2020 heeft Ymere [gedaagde] gesommeerd een einde te maken aan de geluidsoverlast.

1.8.

In januari 2020 hebben de buren weer geklaagd bij Ymere over geluidsoverlast, met name in de nachtelijke uren, en over vervuiling van het trappenhuis. Er was ammoniak in het trappenhuis gegooid, waarna politie en brandweer hebben moeten ingrijpen.

1.9.

Bij brief van 14 januari 2020 heeft de gemachtigde van Ymere [gedaagde] nogmaals gesommeerd om geen overlast meer te veroorzaken en aangezegd dat bij nieuwe klachten in kort geding ontruiming van het gehuurde zal worden gevorderd.

1.10.

Tijdens een door Ymere georganiseerde bijeenkomst over de klachten op 27 januari 2020 hebben omwonenden (bewoners van nummers [huisnummer] , [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] ) laten weten dat zij in hun woongenot zijn geschaad door geluidsoverlast en vervuiling van het trappenhuis (eieren en andere etenswaren), veroorzaakt door [gedaagde] . [gedaagde] zou ook het slot van de boxruimte hebben vernield en vernielingen hebben aangebracht op de deuren. Hun kinderen worden midden in de nacht wakker en zijn bang in het trappenhuis. Eén bewoner ( [betrokkene] ) heeft verklaard dat hij niet meer kan slapen en 7 kilo is afgevallen in het afgelopen half jaar. Van deze bijeenkomst is een verslag gemaakt.

1.11.

Op 13 februari 2020 zijn twee vertegenwoordigers van Ymere en de gemachtigde bij [gedaagde] op huisbezoek geweest. [gedaagde] heeft tijdens dit gesprek de hem verweten gedragingen ontkend en gezegd dat de buren hem weg willen pesten.

1.12.

Op 17 maart 2020 meldt de bewoner van [huisnummer] dat op 13 maart 2020 het sleutelgat van de voordeur van zijn woning was dichtgemaakt en dat [gedaagde] diezelfde dag zijn bezoek met een hamer had bedreigd.

1.13.

Eind maart 2020 stuurt een van de buren aan Ymere een foto van een beschadiging aan zijn boxdeur, met de mededeling dat deze deur bewust is beschadigd door [gedaagde] .

1.14.

De politie Amsterdam heeft een mutatie-overzicht aan Ymere verstrekt, met gegevens uit het politiesysteem die betrekking hebben op het adres van [gedaagde] . Daarin staat dat de politie in de periode van 30 oktober 2019 tot en met 14 februari 2020 vijf keer ter plaatse is geweest naar aanleiding van overlastmeldingen door buren van [gedaagde] .

Vordering

2. Ymere vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden om - kort gezegd - de door hem gehuurde woning te ontruimen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

3. Ymere stelt dat sprake is van zeer ernstige en structurele overlast door [gedaagde] . Hij schiet daarmee ernstig tekort in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder en gedraagt zich niet als een goed huurder. Het ontbreekt [gedaagde] aan zelfinzicht, nu hij de gedragingen ontkent, zodat niet te verwachten valt dat hij zijn gedrag zal verbeteren.

Verweer

Beoordeling

BESLISSING

De kantonrechter: