Home

Rechtbank Gelderland, 17-02-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:782, 8849231

Rechtbank Gelderland, 17-02-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:782, 8849231

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
17 februari 2021
Datum publicatie
23 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:782
Zaaknummer
8849231

Inhoudsindicatie

Huur bedrijfsruimte. Einde huurovereenkomst na opzegging. Gebrek door overheidsmaatregelen i.v.m. corona. Huurprijsvermindering uitgesloten bij algemene voorwaarden. Beperkende werking redelijkheid en billijkheid / onvoorziene omstandigheden door corona?

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaakgegevens 8849231 \ CV EXPL 20-10246 en 8957473 \ VV EXPL 21-2 \ 42693

uitspraak van

vonnis

in de zaak van

1 [eiser 1]

wonende te [woonplaats]

wonende te [woonplaats]

wonende te [woonplaats]

wonende te [woonplaats]

wonende te [woonplaats]

eisende partij in conventie

verwerende partij in incident en in reconventie

gemachtigde mr. S.J. van Susante

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Restaurant Rijnmozaïk B.V.

gevestigd te Arnhem

gedaagde partij in conventie

eisende partij in incident en in reconventie

gemachtigde mr. D. Coskun

Partijen worden hierna ‘[erven]’ en ‘Rijnmozaïk’ genoemd.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het tussenvonnis van 30 december 2020 en de daarin genoemde processtukken

- de conclusie van antwoord in incident en conclusie van antwoord in reconventie met producties;

- een productie met jaarcijfers van 28 januari 2021 van Rijnmozaïk ten behoeve van de zitting;

- de mondelinge behandeling van 2 februari 2021, mede inhoudende de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [erven] en de ter zitting overgelegde producties namens [erven].

Verschenen zijn:

[eiser 4] en mr. Van Susante namens de [erven], en

[naam 2], bedrijfsleider, gemachtigd door de bestuurder van Rijnmozaïk [naam], en mr. Coskun, namens Rijnmozaïk.

1.2.

Vervolgens is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

[erven] zijn eigenaren en verhuurders van de horecabedrijfsruimte aan de [adres] te Arnhem.

2.2.

[eiser 4] voert sinds begin 2017 namens de [erven] het beheer van de bedrijfsruimte.

2.3.

[naam] is de (indirect) bestuurder van Rijnmozaïk, een restaurant, en de ex-echtgenote van [naam 2], de huidige bedrijfsleider van Rijnmozaïk. [naam 2] is namens Rijnmozaïk in overwegende mate de gesprekspartner van de [erven].

2.4.

Bij huurovereenkomst van 28 juli 2009 huurt Rijnmozaïk van de [erven] de bedrijfsruimte voor een maandelijkse huurprijs van (inmiddels) € 3.557,56 voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 juni 2009. De looptijd is op 1 juni 2014 met 5 jaar verlengd tot en met 31 mei 2019. Nadien is de huurovereenkomst voortgezet.

2.5.

Op de huurovereenkomst zijn de ‘algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW’ van toepassing. In artikel 11.3 is bepaald:

Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade tengevolge van een gebrek en huurder kan in geval van een gebrek geen aanspraak maken op huurprijsvermindering en verrekening, behoudens de bevoegdheid tot verrekening als bedoel in artikel 7:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek.

2.6.

Vanaf eind 2017/begin 2018 is er een huurachterstand ontstaan. De huurachterstand bedroeg in april 2018: € 10.274,43, in december 2018: €13.838,72, in januari 2019: € 17.298,40, in februari 2019: € 18.608,08, in maart en in april 2019: € 17.298,40, en in mei 2019: € 11.838,72.

2.7.

Per aangetekende brief van 27 mei 2019 van [eiser 4] aan Rijnmozaïk heeft de verhuurder de huurovereenkomst opgezegd per 31 mei 2020. In de brief staat onder meer:

(…)

Hierbij zeg ik – namens verhuurder – bovengenoemde huurovereenkomst op. Met inachtneming van de opzegtermijn van één jaar, conform de huurovereenkomst, eindigt de huurovereenkomst op 31 mei 2020.

Voornaamste reden van de opzegging is uw slechte betalingsgedrag. Sinds ruim een jaar heeft u een betalingsachterstand welke ondanks vele aanmaningen, herinneringen en het inschakelen van een incassobureau blijft voortbestaan. Uw bedrijfsvoering – waaronder begrepen uw betaalgedrag – is niet zoals een goed huurder betaamt. Van verhuurder kan onder de gegeven omstandigheden en bij een redelijke afweging van de belangen niet worden verlangd dat hij de huurovereenkomst voortzet.

(…)

2.8.

Eind 2019/ begin 2020 hebben meerdere gesprekken plaatsgevonden over beëindiging van de huurovereenkomst en over de huurachterstand. De insteek van verhuurder bleef dat de huur beëindigd is/moet worden en de insteek van Rijnmozaïk was dat zij het restaurant wilde voortzetten en de huurachterstand wilde inlopen.

2.9.

De huurachterstand kende na opzegging het volgende verloop. De huurachterstand bedroeg in juni 2019: € 10.379,04, in oktober 2019: € 3.879,04, in februari en in maart 2020: € 2.379,04.

2.10.

Op 15 maart 2020 heeft de overheid diverse maatregelen genomen vanwege de aanpak van het coronavirus. Eén van de maatregelen betrof het sluiten van alle restaurants vanaf zondag 15 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.

2.11.

Partijen hebben in maart/april 2020 contact met elkaar gehad, waarbij Rijnmozaïk voorstelde om minder huur te betalen als gevolg van de gedwongen sluiting en de [erven] vasthielden aan beëindiging van de huurovereenkomst.

2.12.

In de maanden juni tot en met september 2020 is Rijnmozaïk weer open gegaan en heeft zij omzet gedraaid.

2.13.

Per 15 oktober 2020 zijn alle restaurants, en ook Rijnmozaïk, weer gesloten als gevolg van overheidsmaatregelen door corona.

2.14.

Vanaf april 2020 tot nu is de huurachterstand blijven fluctueren tussen ongeveer (afgerond) € 6.000,- en bijna € 8.000,- tot € 2.500,-, waarna deze in januari 2021€ 7.938,58 bedroeg.

3 De vordering en het verweer in conventie

4 De vordering en het verweer in reconventie en de provisionele vordering

5 De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie en in incident

6 De beslissing