Home

Rechtbank Gelderland, 01-03-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:999, C/05/375146 / FA RK 20-2817

Rechtbank Gelderland, 01-03-2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:999, C/05/375146 / FA RK 20-2817

Gegevens

Instantie
Rechtbank Gelderland
Datum uitspraak
1 maart 2021
Datum publicatie
11 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBGEL:2021:999
Zaaknummer
C/05/375146 / FA RK 20-2817

Inhoudsindicatie

Mate van contractsvrijheid bij kinderalimentatie. Is de gemaakte afspraak nietig? Volgens de man hebben partijen afspraken gemaakt waarbij zij een gelijk NBI en gelijke draagkracht overhouden en zij de verblijfsoverstijgende kosten delen. Daarom wordt er geen kinderalimentatie betaald. De rechtbank rekent dit na en concludeert dat de afspraak in het nadeel van de kinderen en daarom nietig is. Er is een tekort aan gezamenlijke draagkracht en de man draagt minder bij dan hij kan. De rechtbank stelt de kinderalimentatie daarom vast.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/375146 / FA RK 20-2817

Datum uitspraak: 1 maart 2021

beschikking vaststelling kinderalimentatie

in de zaak van

[verzoekster] , hierna te noemen de vrouw,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. S.C.M. Wouda-van Velzen te Arnhem,

tegen

[verweerder] , hierna te noemen de man,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. W. van de Velde te Elst.

1 Het verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 14 augustus 2020,

- het verweerschrift van de man, ingekomen op 21 oktober 2020,

- het F9-formulier van de vrouw van 21 januari 2021 met productie 15 tot en met 20,

- het F9-formulier van de man van 22 januari 2021 met productie 2 tot en met 6.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 1 februari 2021 via beeldbellen. Daarbij zijn partijen met hun advocaten verschenen.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn geregistreerd partners geweest. De ontbinding van hun partnerschap is uitgesproken bij beschikking van 4 december 2018 van de rechtbank Overijssel. De beschikking is op 8 januari 2019 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.2.

Partijen hebben samen drie kinderen:

-

[kind 1] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

-

[kind 2] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

-

[kind 3] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] .

2.3.

Beide ouders oefenen het gezag uit. De kinderen hebben het hoofdverblijf bij de vrouw, maar zij verblijven min of meer evenveel tijd bij beide ouders.

2.4.

De vrouw heeft nog twee kinderen uit een eerdere relatie:

-

[kind 4] , geboren op [geboortedatum] , en

-

[kind 5] , geboren op [geboortedatum] .

2.5.

In het ouderschapsplan en convenant zijn partijen geen kinderalimentatie overeengekomen. Zij hebben een co-ouderschapsregeling afgesproken, waarbij de kinderen één nacht meer de bij man zijn en de kinderen het hoofdverblijf hebben bij de vrouw, zodat zij aanspraak kan maken op de kinderbijslag en het kindgebondenbudget. Zij hebben verder de volgende afspraak opgenomen:

“De kosten van de kinderen zijn door de ouders in onderling overleg begroot op € 400 en de ouders zullen naar rato van hun draagkracht daarin bijdragen. Partijen dragen ieder de eigen kosten van inwoning van de kinderen wanneer zij bij hen zijn.”

2.6.

De vrouw heeft eerder een verzoek ingediend waarin zij vraagt het ouderschapsplan ten aanzien van de bovenstaande afspraak te wijzigen en de kinderalimentatie vast te stellen op € 385 per maand voor de drie kinderen samen. De rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, heeft de vrouw bij beschikking van 20 juli 2020 niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.

3 Het verzoek en verweer

3.1.

De vrouw verzoekt te bepalen:

-

dat de man met € 385 per maand (€ 128,33 per kind) dient bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, bij vooruitbetaling te voldoen aan de vrouw,

-

de ingangsdatum te bepalen op 1 november 2019, dan wel 3 december 2019, dan wel datum indiening verzoekschrift,

-

de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

3.2.

De man voert verweer en verzoekt de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, dan wel het verzoek af te wijzen.

4 De beoordeling

5 De beslissing