Home

Rechtbank Noord-Holland, 13-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3598, 8434636 \ KG EXPL 20-35

Rechtbank Noord-Holland, 13-05-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3598, 8434636 \ KG EXPL 20-35

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
13 mei 2020
Datum publicatie
19 mei 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:3598
Zaaknummer
8434636 \ KG EXPL 20-35

Inhoudsindicatie

Huur woning. Ontruiming in kort geding. Overlast huurder ondanks gedragsaanwijzing. Ontruimingstermijn 2 weken i.v.m. de coronacrisis. Geen vergoeding van volledige proceskosten.

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8434636 \ KG EXPL 20-35 BL

Uitspraakdatum: 13 mei 2020

Vonnis van de kantonrechter in kort geding in de zaak van:

de stichting Stichting Intermaris

gevestigd te Hoorn

eiseres

verder te noemen: Intermaris

gemachtigde: mr. J.J. de Boer

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde

verder te noemen: [gedaagde]

procederend in persoon

1 Het procesverloop

1.1.

Intermaris heeft [gedaagde] op 21 april 2020 gedagvaard.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 29 april 2020. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten, Intermaris mede aan de hand van pleitaantekeningen, naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Intermaris bij brieven van 28 april 2020 nog stukken toegezonden en haar vordering vermeerderd.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] huurt sinds 1 augustus 1997 de portiekwoning gelegen aan [adres] (verder: de woning) van Intermaris. Op de huurovereenkomst is van toepassing het als productie 1 overgelegde Huurreglement.

2.2.

Artikel 5 van het Huurreglement bepaalt (onder meer):“(…)2. Huurder zal het gehuurde zelf bewonen en het gehuurde zonder schriftelijke toestemming van verhuurder geheel noch gedeeltelijk kosteloos noch tegen betaling in huur of gebruik afstaan aan personen die niet tot zijn gezinshuishouding behoren.3. Huurder zal omwonenden geen hinder of overlast bezorgen.(…)”

2.3.

Op 29 januari 2018 heeft de bewoner van [adres 2] (hierna: [XX] ) aan Intermaris gemeld (geluids)overlast te ervaren van [gedaagde] , alsmede van de bij [gedaagde] inwonende mevrouw [AA] , de heer [BB] en vier honden.

2.4.

Naar aanleiding daarvan heeft op 13 februari 2018 een gesprek plaatsgevonden tussen Intermaris, [gedaagde] en [AA] . Er zijn afspraken gemaakt, die Intermaris aan [gedaagde] heeft bevestigd in een brief van 15 februari 2018.

2.5.

Op 10 april 2019 schrijft Intermaris, naar aanleiding van klachten van omwonenden met betrekking tot (geluids)overlast, het volgende aan [gedaagde] :“(…) OverlastU kunt zich voorstellen dat het te hard afspelen van muziek en het ruzie maken op hoog geluidsniveau het woongenot en de (nacht)rust van omwonenden behoorlijk aantast. Wij hebben vernomen dat u veel bezoek ontvangt op uw adres en dat het bezoek ook bijdraagt aan de overlast.Ons verzoekWij verzoeken u met onmiddellijke ingang te stoppen met het veroorzaken van overlast, in welke vorm dan ook. U bent ook verantwoordelijk voor de overlast die uw visite veroorzaakt.(…)”

2.6.

In een brief van 3 juni 2019 verzoekt Intermaris aan [gedaagde] om alle personen die in strijd met het Huurreglement zonder toestemming van Intermaris in de woning verblijven direct te laten verhuizen, om ontbinding van de huurovereenkomst te voorkomen.

2.7.

Vervolgens schrijft de buurvrouw van [gedaagde] , de bewoner van [adres 3] (hierna: [YY] ), op 12 juni 2019 in een e-mail aan Intermaris:“Mijn buren (…) zorgen al jaren voor (ernstige) overlast waarbij de politie al meerdere malen heeft moeten ingrijpen. (…) Vorige week heeft (…) [gedaagde] een aangetekende brief van Intermaris ontvangen waarin gemeld werd dat de inwonende vrouw, [AA] per augustus a.s. moet vertrekken. Deze brief is de aanleiding voor [gedaagde] geweest om alle frustratie die hierover heerst op mij te richten. Op 9 juni jl. heeft de Heer [gedaagde] mij de gehele dag uitgescholden en mij zelfs meerdere keren met de dood bedreigd. Hij zei hierbij duidelijk mijn naam. Mijn dochter heeft dit gehoord, als ook de benedenbuurvrouw, [ZZ] . Ik heb hierop besloten om aangifte van bedreiging te doen bij de politie. (…)”

2.8.

Op 17 juni 2019 heeft [YY] aangifte gedaan van bedreiging door [gedaagde] .

2.9.

De ex-partner van [YY] (hierna: [YYY] ) heeft in een e-mail van 17 juni 2019 bij Intermaris zijn zorgen geuit omtrent de leefsituatie van [YY] en hun gezamenlijke kinderen als gevolg van de klachten die de buurman van [adres] geeft. [YYY] schrijft dat de kinderen in angst leven, niet meer op eigen gelegenheid naar buiten durven, hun leerprestaties zienderogen achteruit gaan, zij hulp krijgen van zorginstanties en aantoonbaar depressief zijn. [YYY] vraagt Intermaris concrete acties te ondernemen om te zorgen voor een veilige leefsituatie.

2.10.

Op 26 juli 2019 schrijft Intermaris in een brief aan [gedaagde] :“Wij hebben op 28 mei ’19 met u de afspraak gemaakt dat u de bij u inwonende persoon of personen voor 1 juli ’19 zou laten vertrekken. Helaas heeft u zich niet aan deze afspraak gehouden. Daarom ontvangt u deze brief. (…)Onderhuur, inwoning en overlastHelaas hebben wij opnieuw van omwonenden meldingen van overlast ontvangen. Ook heeft personeel van Intermaris zelf geconstateerd dat de bij u inwonende dame met honden nog steeds niet vertrokken is. Wij hebben hier een duidelijke afspraak met u over gemaakt. U heeft zich helaas niet aan deze afspraak gehouden. (…)”Daarbij heeft Intermaris medegedeeld de huurovereenkomst met [gedaagde] te willen beëindigen, en [gedaagde] gevraagd de huurovereenkomst binnen een week zelf op te zeggen.

2.11.

[gedaagde] heeft vervolgens juridische bijstand gezocht, waarna partijen op 1 oktober 2019 een ‘Overeenkomst woongedrag aanwijzing’ (hierna: gedragsaanwijzing) hebben ondertekend.

2.12.

De gedragsaanwijzing vermeldt onder ‘I. Inleiding – overweging’ het volgende:“ 1. Intermaris heeft ter voorkoming van een ontruiming op basis van overlast door huurder speciale gedragsregels opgesteld. 2. Huurder heeft dusdanige overlast in zijn woning veroorzaakt, dat omwonenden meerdere klachten hebben ingediend bij Intermaris en hebben aangegeven dat zij ernstig in hun woongenot zijn geschaad door deze overlast. De overlast bestond o.a. uit geluidsoverlast, overlast door bezoek, inwoning, overlast vanwege ruzies in de woning, luid geschreeuw in de woning, blaffen van meerdere honden en andere geluiden tot in de nachtelijke uren. 3. De buren ervaren dermate veel overlast dat de dat ze in hun ontwikkeling worden bedreigd. Ze voelen zich onveilig en slapen slecht. 4. Huurder is gehouden volgens artikel 7:213 BW ten aanzien van het gebruik van de woning zich als een goed huurder te gedragen. Gelet op bovenstaande is huurder in gebreke gebleven. 5. Intermaris heeft alle noodzakelijke inspanningen (waarschuwingen, gesprekken, inschakelen hulpverlening) verricht om de overlast te doen stoppen. Helaas heeft dit niet tot een duurzaam resultaat geleid. 6. Intermaris wil huurder nog een allerlaatste kans geven om zich als goed huurder te gedragen. Onder voorwaarden kan een juridische procedure tot een ontruiming van de woning worden voorkomen. 7. Intermaris zet een gedragsaanwijzing (vaststellingsovereenkomst) op grond van artikel 7:900 BW voor huurder in. 8. Huurder heeft aangegeven aan deze vrijwillige gedragsaanwijzing te willen meewerken. 9. Huurder is ervan op de hoogte dat als hij zich niet houdt aan de afspraken in de overeenkomst, Intermaris de rechter zal vragen de huurovereenkomst te ontbinden en/of de woning te ontruimen. 10. Om Intermaris te ondersteunen bij het wonen en het voorkomen van overlast is een hulpverlener vanuit 1.Hoorn betrokken.”

2.13.

Verder zijn partijen in de gedragsaanwijzing (onder meer) het volgende overeengekomen:“1.1 Huurder draagt er zorg voor dat er op geen enkele wijze meer overlast plaatsvindt in en om de woning;1.2 Huurder zal zowel overdag als s’nachts geen overlast veroorzaken door muziek, lawaai, geschreeuw, hondengeblaf;

(…)

1.5

Huurder laat niemand bij hem inwonen zonder uitdrukkelijke toestemming van Intermaris. 1.6 Huurder is verantwoordelijk voor zijn huisdieren en/of bezoek, huurder draagt er zorg voor dat huisdieren en/of bezoek geen overlast veroorzaken in welke vorm dan ook;”

Daarbij zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde] begeleiding accepteert vanuit 1.Hoorn, en gaat [gedaagde] ermee akkoord dat informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen Intermaris en 1.Hoorn.

2.14.

Op 9 oktober 2019 heeft [AA] de woning verlaten.

2.15.

Vanaf 2 november 2019 ontvangt Intermaris weer met regelmaat overlastmeldingen van [YY] .

2.16.

Sinds januari 2020 woont [AA] met haar honden weer bij [gedaagde] in de woning.

2.17.

Op 14 april 2020 registreert Intermaris in haar ‘Overzicht leefbaarheidsmelding’ het volgende:“Mevrouw [YY] meldt dat zij steeds meer overlast ondervindt. Zij kan hierdoor ’s nachts niet slapen. Haar kinderen zijn op dit moment elders. Ze durven niet meer bij hun moeder te wonen vanwege de buren. De buren ( [gedaagde] en [AA] ) nu volop aan het treiteren. Ze bonken tegen de muren, schelden mevrouw uit en intimideren. Mevrouw geeft aan het niet meer aan te kunnen. Ze wil daar zo snel mogelijk weg. Ze geeft aan zelfs suïcidale gedachten te hebben.”

2.18.

Diezelfde dag schrijft Intermaris aan [gedaagde] dat op heel korte termijn een kort geding tegen hem aangespannen zal worden, omdat Intermaris wil dat [gedaagde] zo snel mogelijk uit de woning vertrekt vanwege de aanhoudende ernstige overlast die hij en/of [AA] veroorzaakt. Daarbij wordt [gedaagde] opgeroepen de overlast onmiddellijk te staken.

3 De vordering

3.1.

Intermaris vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening [gedaagde] veroordeelt om – kort gezegd – de woning binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met machtiging aan Intermaris om deze ontruiming op kosten van [gedaagde] zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en nakosten. Bij brief van 28 april 2020 heeft Intermaris haar vordering vermeerderd, in die zin dat [gedaagde] wordt veroordeeld in de integrale proceskosten van € 2.595,46.

3.2.

Intermaris legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. [gedaagde] handelt in strijd met de huurovereenkomst, het toepasselijke Huurreglement en de gedragsaanwijzing. Hij veroorzaakt (samen met [AA] ) aanhoudende, ernstige overlast aan omwonenden. Ondanks diverse waarschuwingen, gesprekken, begeleiding en de laatste kans die [gedaagde] met de gedragsaanwijzing heeft gekregen, veroorzaakt hij nog altijd overlast en woont [AA] opnieuw bij hem in de woning, zonder toestemming van Intermaris. De tekortkomingen van [gedaagde] rechtvaardigen ontbinding van de huurovereenkomst en de gevolgen daarvan in een bodemprocedure. Vooruitlopend daarop heeft Intermaris een gerechtvaardigd belang bij ontruiming van de woning, gezien haar verplichtingen als toegelaten instelling als bedoeld in de Woningwet, en omdat zij als goed verhuurder moet zorgdragen voor een acceptabele leefomgeving van omwonende andere huurders.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing