Home

Rechtbank Noord-Holland, 21-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:3181, 8562428

Rechtbank Noord-Holland, 21-04-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:3181, 8562428

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
21 april 2021
Datum publicatie
29 april 2021
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2021:3181
Zaaknummer
8562428

Inhoudsindicatie

Huurovereenkomst; horeca; Coronacrisis, onvoorziene omstandigheden; huurprijsvermindering

Uitspraak

Handel, Kanton en Bewind

locatie Alkmaar

Zaaknr./rolnr.: 8562428 \ CV EXPL 20-2500

Uitspraakdatum: 21 april 2021

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de besloten vennootschap Nibong B.V.

gevestigd te Zeist

eiseres

verder te noemen: Nibong

gemachtigde: mr. S. Jansen

tegen

de besloten vennootschap LadyPapa B.V.

gevestigd te Schoorl

gedaagde

verder te noemen: LadyPapa

gemachtigde: mr. M.A. le Belle

Samenvatting van de zaak en het vonnis

Deze zaak gaat over de vraag of de Coronacrisis en de beperkingen die daarom door de overheid zijn ingesteld te voorzien waren. De kantonrechter oordeelt dat dit het niet geval is en dat daarom de huurovereenkomst tussen partijen moet worden gewijzigd. De sluiting van de horeca als gevolg van de overheidsmaatregelen heeft voor LadyPapa geleid tot een omzetdaling in de maanden dat zij was gesloten van ten minste 81 %. Dit rechtvaardigt een huurprijsvermindering van 50 %. Omdat LadyPapa de tijdens de sluiting van het restaurant 50 % van de huur heeft betaald, is er geen huurachterstand.

1 Het procesverloop

1.1.

Nibong heeft bij dagvaarding van 26 mei 2020 een vordering tegen LadyPapa ingesteld. LadyPapa heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een voorwaardelijke tegenvordering ingediend.

1.2.

Op 29 maart 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Partijen hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft Nibong nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de voorwaardelijke tegenvordering en bij akte haar eis gewijzigd. LadyPapa heeft bij brief van 12 maart 2021 een akte wijziging eis en producties 4G tot en met 17G en bij brief van 22 maart 2021 producties 18G tot en met 24G toegezonden. Vervolgens heeft Nibong bij brief van 24 maart 2021 producties 19 tot en met 22 toegezonden.

2 De feiten

2.1.

LadyPapa huurt met ingang van 1 december 2019 een bedrijfsruimte van Nibong aan de Breelaan 5 en 7 in Bergen. LadyPapa exploiteert in het gehuurde een horecaonderneming. Op de huurovereenkomst zijn de Algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte van toepassing.

2.2.

De huurprijs bedraagt vanaf 1 januari 2020 (na indexatie) € 13.707,77 inclusief btw per maand. De op grond van de huurovereenkomst aan Nibong verschuldigde bijdrage voor de Vereniging van Eigenaren is € 697,73 per maand (hierna bijdrage VvE) en de kosten voor Energie Service Noordwest (hierna kosten ESNW) zijn € 86,46 per maand.

2.3.

LadyPapa betaalt voor de maanden april 2020 tot en met juni 2020 en oktober 2020 tot en met maart 2021 de helft van de huurtermijnen, bijdrage VvE en kosten ESNW. De huurtermijnen, bijdrage VvE en kosten ESNW voor de maanden maart en juli tot en met september 2020 betaalt LadyPapa volledig.

2.4.

Partijen corresponderen uitvoering over de achterstallige termijnen en de situatie als gevolg van de door de overheid getroffen coronamaatregelen. Dit leidt niet tot een oplossing.

3 De vordering

3.1.

Nibong vordert, na wijziging van eis, dat de kantonrechter LadyPapa veroordeelt tot betaling van € 93.154,06 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf de verzuimdatum, alsmede veroordeelt in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vijftiende dag na het vonnis.

3.2.

Nibong legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat LadyPapa de op haar rustende betalingsverplichting niet nakomt. De sluiting van de horeca als gevolg van Covid-19 betreft een ondernemingsrisico. Er is geen aanleiding dit risico voor rekening van de verhuurder te laten komen. Voor zover de sluiting wordt aangemerkt als een gebrek, wat wordt betwist, staat artikel 11.3 van de algemene bepalingen in de weg aan een huurprijsvermindering. Nibong betwist dat deze bepaling opzij kan worden gezet op grond van onvoorziene omstandigheden of de redelijkheid en billijkheid. Ook is geen sprake van onvoorziene omstandigheden die een wijziging van de huurovereenkomst rechtvaardigen. De redelijkheid en billijkheid brengen dit evenmin met zich mee. Nibong voert verder aan dat enkel sprake is van beperkende maatregelen, maar dat LadyPapa nog steeds omzet kan genereren doordat eten kan worden afgehaald of thuisbezorgd. LadyPapa heeft ook niet met stukken onderbouwd dan wel daarop een toelichting gegeven dat sprake is van een omzetverlies. De overgelegde cijfers zijn bovendien niet controleerbaar en worden daarom betwist. Nibong vordert dan ook betaling van de achterstallige termijnen tot en met maart 2021 van € 67.177,44. Daarnaast maakt Nibong aanspraak op de wettelijke handelsrente, de contractuele boete van € 15.900,00 en de buitengerechtelijke incassokosten van € 10.076,61.

4 Het verweer en de tegenvordering

5 De beoordeling

6 De beslissing