Home

Rechtbank Rotterdam, 18-09-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:7305, C/10/570617 / HA ZA 19-284

Rechtbank Rotterdam, 18-09-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:7305, C/10/570617 / HA ZA 19-284

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
18 september 2019
Datum publicatie
23 september 2019
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2019:7305
Zaaknummer
C/10/570617 / HA ZA 19-284

Inhoudsindicatie

Incident zekerheidstelling proceskosten (art. 224 Rv). De door incidenteel eisers aangevoerde omstandigheid dat incidenteel verweerster (eiseres in de hoofdzaak) niet staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen is onvoldoende om aan te nemen dat gedaagde geen woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland heeft.

Uitspraak

vonnis

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/570617 / HA ZA 19-284

Vonnis in incident van 18 september 2019

in de zaak van

[eiser] , tevens h.o.d.n. [handelsnaam],

wonende te [woonplaats eiser] ,

eiser in de hoofdzaak,

verweerder in het incident,

advocaat mr. M. Kooiman te Rotterdam,

tegen

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BOUWBEDRIJF DOMINIC B.V.,

gevestigd te Ouddorp,

2. [gedaagde],

wonende te [woonplaats gedaagde] ,

gedaagden in de hoofdzaak,

eiseressen in het incident,

advocaat mr. R.F. Ronday te Mijdrecht.

Partijen afzonderlijk zullen hierna [eiser] , Dominic en [gedaagde] genoemd worden. Eiseressen in het incident gezamenlijk zullen Dominic c.s. genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding van 12 maart 2019 van [eiser] , met producties;

-

de incidentele conclusie tot zekerheidstelling van Dominic c.s., met producties;

-

de conclusie van antwoord in incident van [eiser] , met producties;

-

de akte uitlating incident van Dominic c.s., met producties.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2 De vordering in hoofdzaak

2.1.

[eiser] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:

  1. verklaart voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser] heeft gehandeld en dat zij gehouden is de daardoor geleden schade aan [eiser] te vergoeden;

  2. Dominic c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans Dominic, althans [gedaagde] , veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 144.145,86, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldata van de facturen, althans vanaf de dag waarop deze dagvaarding is betekend tot aan de dag dat de gehele vordering is voldaan;

  3. Dominic c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans Dominic, althans [gedaagde] , veroordeelt om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.216,46 aan buitengerechtelijke incassokosten;

  4. Dominic c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans Dominic, althans [gedaagde] , veroordeelt om aan [eiser] te betalen de kosten van deze procedure;

  5. [gedaagde] veroordeelt om aan [eiser] te betalen de kosten van de gelegde beslagen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien (14) dagen na het te dezen te wijzen vonnis;

  6. Dominic c.s. hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, althans Dominic, althans [gedaagde] , veroordeelt in de nakosten van deze procedure, te begroten op een bedrag van € 157,00 en indien betekening van het vonnis plaatsvindt te vermeerderen met een bedrag van € 82,00, dan wel te begroten op respectievelijk € 246,00 en € 328,00 voor zover Dominic c.s. tevens een reconventionele vordering mochten instellen, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien (14) dagen na het te dezen te wijzen vonnis.

3 De vordering in het incident

3.1.

Dominic c.s. vorderen dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis bepaalt dat [verweerder] zekerheid dient te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot een bedrag van € 10.000,- (zegge tienduizend euro), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van [verweerder] in de kosten van het incident.

3.2.

[verweerder] voert verweer, strekkende tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van Dominic c.s. in de kosten van het incident.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing