Home

Rechtbank Rotterdam, 15-01-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:207, 8527084 VZ VERZ 20-9656

Rechtbank Rotterdam, 15-01-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:207, 8527084 VZ VERZ 20-9656

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
15 januari 2021
Datum publicatie
25 februari 2021
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2021:207
Zaaknummer
8527084 VZ VERZ 20-9656

Inhoudsindicatie

Kantonrechter stelt aan de Hoge Raad prejudiciële vragen in de Airbnb kwestie, onder meer of Airbnb gerechtigd is om zowel bij de gebruiker als bij de aanbieder van accommodatie bemiddelingskosten in rekening te brengen.

Uitspraak

zaaknummer: 8527084 VZ VERZ 20-9656

uitspraak: 15 januari 2021

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake het verzoek ex artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van:

[naam verzoekster] ,

wonende te [woonplaats verzoekster] ,

verzoekster,

gemachtigde: aanvankelijk [naam gemachtigde] ( Twee Heren BV te Amsterdam ) en thans mr. Th. Wildenbeest, advocaat te Arnhem,

en

de rechtspersoon naar het recht van IerlandAIRBNB IRELAND UC,

gevestigd te Dublin (Ierland),

verweerster,

gemachtigden: mr. M.V.E.E. de Monchy en mr. E.D. van Geuns, advocaten te Amsterdam,

alsmede

de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid

DE CONSUMENTENBOND,

gevestigd te ’s-Gravenhage,

eiseres in het incident tot voeging,

gemachtigde: mr. J.B. Maliepaard, advocaat te Rotterdam.

Partijen worden hierna “ [naam verzoekster] ”, “Airbnb” en “de Consumentenbond” genoemd.

1. Het verloop van de procedure

Op 20 mei 2020 is ter griffie ontvangen het verzoek van [naam verzoekster] in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen (Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, hierna: de “EPGV”). Het verzoek strekt tot de veroordeling van Airbnb tot betaling van een bedrag van € 105,83 aan hoofdsom alsmede € 48,40 aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020, zoals nader vermeld in het verzoekschrift.

Naar aanleiding van de verzoeken van Airbnb d.d. 20 en 22 juli 2020 om aanhouding van de zaak c.q. verwijzing van de procedure naar de rechtbank Midden-Nederland heeft de griffier partijen bij brief van 7 augustus 2020 bericht dat de kantonrechter die verzoeken afgewezen heeft, dat Airbnb tot 30 september 2020 in de gelegenheid is om een verweerschrift in te dienen en dat partijen in overweging gegeven wordt om de onderhavige EPGV procedure om te zetten in een reguliere kantonprocedure, zodat in die procedure prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld kunnen worden.

Bij brieven van 21 augustus 2020 en 6 september 2020 hebben partijen laten weten dat zij instemmen met omzetting van de onderhavige procedure in een reguliere kantonprocedure.

Bij brief van 7 september 2020 heeft Airbnb een verweerschrift ingediend, vergezeld van 16 producties.

Vervolgens hebben partijen bij brief van 1 oktober 2020 laten weten dat zij overeenstemming hebben bereikt over de formulering van de aan de Hoge Raad voor te leggen prejudiciële vragen. Gelet op die bereikte overeenstemming heeft de griffier partijen bij brief van 5 november 2020 laten weten dat de eerder geplande mondelinge behandeling van de zaak op 12 november 2020 geen doorgang hoeft te vinden en dat getracht zal worden om zo snel mogelijk vonnis te wijzen en prejudiciële vragen aan de Hoge Raad voor te leggen.

Op 29 oktober 2020 is ter griffie ontvangen een incidentele vordering tot voeging ex artikel 217 Rv ingediend door de Consumentenbond.

Uiteindelijk is de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.

2. De vaststaande feiten

In deze procedure wordt van de volgende feiten uitgegaan.

2.1.

Airbnb exploiteert een digitaal platform voor de verhuur en boeking van accommodaties. Gebruikers dienen zich vooraf te registreren op de site van Airbnb en een account te openen. Gebruikers kunnen besluiten accommodaties aan te bieden of juist als reiziger accommodaties te zoeken en te reserveren. Wanneer een boeking tot stand komt, brengt Airbnb aan zowel de gebruiker die de accommodatie aanbiedt als aan de gebruiker die de accommodatie reserveert bemiddelingskosten in rekening.

2.2.

Het platform dat Airbnb biedt, staat voor iedereen open. Degene die het platform wil gebruiken dient eerst een account aan te maken. Door het aanmaken van het account gaat de gebruiker een overeenkomst aan met Airbnb (hierna: de Overeenkomst). Die Overeenkomst geldt voor onbepaalde tijd en is van toepassing op alle activiteiten die de gebruikers op het platform uitoefenen. De gebruiker hoeft bij het aanmaken van het account dus niet te vermelden of hij/zij voornemens is een accommodatie aan te bieden of daar juist gebruik van te maken en die accommodatie wil reserveren. Degene die de accommodatie aanbiedt en degene die daarvan gebruik wil maken, kunnen uitsluitend via de chatfunctie op het platform met elkaar communiceren en bijvoorbeeld onderhandelen over de prijs en andere voorwaarden. Reserveren kan volgens Airbnb op twee manieren, te weten:

1. in de Reserveer Direct-optie komt direct een reservering - en daarmee een overeenkomst - tot stand tussen twee gebruikers (te weten de reiziger en degene die de accommodatie aanbiedt) op het moment dat de reiziger via een muisklik de betaling bevestigt;

2. in de reserveringsverzoek-optie heeft degene die de accommodatie aanbiedt 24 uur de tijd om het verzoek via een muisklik te accepteren of te weigeren, waarna bij acceptatie een overeenkomst tot stand komt tussen de reiziger en degene die de accommodatie aanbiedt.

Reizigers betalen hun reservering via Airbnb Payments en die betaling wordt pas doorbetaald aan degene die de accommodatie aanbiedt 24 uur nadat de reiziger is ingecheckt. Op die wijze wordt aan de ene kant de reiziger beschermd tegen de reservering van accommodaties die niet (meer) blijken te bestaan en is aan de andere kant degene die de accommodatie aanbiedt, verzekerd van de betaling.

2.3.

[naam verzoekster] heeft zich op 4 februari 2016 geregistreerd bij Airbnb en op de site van Airbnb een account geopend.

2.4.

In de algemene voorwaarden van Airbnb is in artikel 6.1. het volgende opgenomen:

Airbn may charge fees to Hosts ( “Host Fees”) and /or Guests ( Guest Fees ) (collectively, “Service Fees”) in consideration for he use of the Airbnb Platform. More information about when Service Fees apply end how they are calculated can be found on our Service Fees page”.

2.5.

Artikel 8.1. van de algemene voorwaarden bepaalt, voor zover thans van belang, het volgende:

“8.1.1 Subject to meeting any requirements (such as completing any verification processes) set by Airbnb and/or the Host, you can book a Listing available on the Airbnb Platform by following therespective booking process. All applicable fees, including the Listing Fee, Security Deposit (if applicable), Guest Fee and any applicable Taxes (collectively, “ Total Fees ”) will be presented to you prior to booking a Listing. You agree to pay the Total Fees for any booking requested in connection with your Airbnb Account. (…)”

2.6.

Voorts bepaalt artikel 21 van de algemene voorwaarden, voor zover thans van belang, het volgende:

“These Terms are governed by and construed in accordance with Irish law. If you are acting as a consumer and if mandatory statutory consumer protection regulations in your country of residence contain provisions that are more beneficial for you, such provisions shall apply irrespective of the choice of Irish law (….).

2.7.

In de periode van 25 juli 2019 tot en met 16 augustus 2019 heeft [naam verzoekster] in verschillende steden in Schotland accommodaties via Airbnb geboekt. Het gaat daarbij steeds om reserveringen van accommodaties voor korte duur, variërend van één tot twee nachten. Zij heeft daarvoor in totaal een bedrag van € 105,83 aan bemiddelingskosten aan Airbnb betaald.

2.8.

Bij brief van haar gemachtigde d.d. 16 april 2020 heeft [naam verzoekster] Airbnb gesommeerd genoemd bedrag aan bemiddelingskosten aan haar terug te betalen binnen 14 dagen na ontvangst van die brief, bij gebreke waarvan [naam verzoekster] tevens aanspraak heeft gemaakt op betaling van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 48,40.

2.9.

Airbnb is niet tot betaling overgegaan.

3. Het verzoek

3.1.

[naam verzoekster] heeft verzocht Airbnb te veroordelen tot betaling van het bedrag van € 105,83 aan hoofdsom, vermeerderd met € 48,40 aan buitengerechtelijke kosten, inclusief btw, beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 april 2020, met de veroordeling van Airbnb in de kosten van het geding.

3.2.

[naam verzoekster] heeft - voor zover thans van belang en kort samengevat - het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd.

3.2.1.

Door middel van haar online platform bemiddelt Airbnb voor zowel huurders als verhuurders in de zin van artikel 7:425 BW. Zij is anders dan Booking.com geen zoekplatform, Airbnb plaatst zich actief tussen vraag en aanbod en Airbnb bepaalt uiteindelijk de huurprijs. Voor de door haar geleverde diensten brengt Airbnb aan zowel de huurder als de verhuurder loon in rekening. Dat is echter in strijd met artikel 7:417 BW. Die bepaling ziet volgens [naam verzoekster] ook op tijdelijke verhuur van woonruimte in het buitenland. Dat artikel bevat immers geen specifieke regeling voor de woningmarkt, maar is onderdeel van een wettelijk drieluik, dat ziet op het tegengaan van belangenverstrengeling bij lastgeving en bemiddeling.

3.2.2.

[naam verzoekster] verwijst voor de verdere motivering van haar vordering naar de uitspraak van de meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam van 9 maart 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:1477 in een vergelijkbare kwestie, waarin Airbnb is veroordeeld tot terugbetaling van de door de huurder betaalde bemiddelingskosten.

4. Het verweer

5. De beoordeling

6. De beslissing