Vaartuigen, overblijfselen van vaartuigen en alle andere voorwerpen in openbare wateren gestrand, gezonken of aan den grond geraakt, of vastgeraakt op of in waterkeeringen of andere waterstaatswerken, kunnen door den beheerder van het water of dien van het waterstaatswerk worden opgeruimd, zonder dat deze door belanghebbenden bij het vaartuig, of het opgeruimde voorwerp dan wel de zaken aan boord van of in of op het voorwerp aansprakelijk kan worden gesteld voor door die opruiming aan hen toegebrachte schade.
Wrakkenwet
Wrakkenwet
Opschrift
Aanhef
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is wettelijke bepalingen vast te stellen omtrent de opruiming van vaartuigen en andere voorwerpen, in openbare wateren gestrand, gezonken of aan den grond geraakt of op of in waterkeeringen of andere waterstaatswerken vastgeraakt;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Artikel 2
Van het besluit van de beheerder dat opruiming noodzakelijk is, wordt ter plaatse waar het vaartuig of ander op te ruimen voorwerp zich bevindt of anders in de naaste omgeving daarvan mededeling gedaan, met herinnering aan het verbod in het tweede lid van dit artikel omschreven. Voorts wordt van dit besluit zo mogelijk mededeling gedaan aan de schipper of andere vertegenwoordiger van belanghebbenden.
Zoodra de mededeling is geschied, is het verboden van het vaartuig of voorwerp zaken te verwijderen zonder vergunning van of namens den beheerder; deze vergunning wordt niet geweigerd met betrekking tot lijfgoed, beddegoed en scheepspapieren.
Artikel 3
Van het tijdstip, waarop door den beheerder tot opruiming zal worden overgegaan, wordt door of namens hem in het publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe hij behoort mededeling gedaan, en wel ten minste tweemaal vierentwintig uren te voren, tenzij de beheerder onverwijlde opruiming noodzakelijk acht, in welk geval de mededeling zoo spoedig mogelijk wordt gedaan, met vermelding der redenen, welke de onverwijlde opruiming noodzakelijk maken of gemaakt hebben.