Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
landbouw: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen - teelt van griendhout en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande met uitzondering van bosbouw;
produkten:
alle voortbrengselen, welke, al dan niet na be- of verwerking, kunnen dienen als voedsel voor mens of dier, alsmede de bij be- of verwerking van die voortbrengselen verkregen derivaten en afvallen;
de niet reeds onder a begrepen voortbrengselen van de landbouw.