Uitvoeringswet Nederlands-Duits Grensverdrag
Uitvoeringswet Nederlands-Duits Grensverdrag
Opschrift
Aanhef
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gewenst is, in verband met het op 8 april 1960 te 's-Gravenhage tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Verdrag nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken, met Bijlagen en Slotprotocol (Grensverdrag), enige wettelijke voorzieningen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Algemene bepaling
Artikel 1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
"Algemeen Verdrag", het op 8 april 1960 te 's-Gravenhage tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Algemeen Verdrag tot regeling van met de grens verband houdende vraagstukken en andere tussen beide landen bestaande problemen (Trb. 1960, 67);
"Grensverdrag", het krachtens artikel 2 van het Algemeen Verdrag daarvan deel uitmakende Verdrag nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken, met Bijlagen en Slotprotocol (Trb. 1960, 68);
"grenswateren", oppervlaktewateren, met inbegrip van de oevers, die de Nederlands-Duitse grens overschrijden of ten dele deze vormen, met uitzondering van de Rijn, de Eems en de Dollard;
"openbare lichamen", de op het gebied van het Koninkrijk der Nederlanden en van de Bondsrepubliek Duitsland voor de grenswateren plaatselijk bevoegde provinciën, gemeenten en publiekrechtelijke lichamen.