Home

Liquidatiewet ongevallenwetten

Geldig vanaf 1 januari 2015
Geldig vanaf 1 januari 2015

Liquidatiewet ongevallenwetten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2015]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de regeling inzake een verplichte verzekering van loontrekkenden tegen geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid de wettelijke ongevallenverzekering te liquideren en daarmede verband houdende voorzieningen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze wet en van de tot haar uitvoering genomen besluiten wordt verstaan onder:

  1. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

  2. Ongevallenwet 1921, Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 en Zeeongevallenwet 1919: de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, onderscheidenlijk de Zeeongevallenwet 1919, zoals deze wetten luidden op de dag, voorafgaande aan die, waarop zij werden ingetrokken;

  3. ongeval: een ongeval, in verband met de dienstbetrekking of de uitoefening van een verzekeringsplichtig bedrijf overkomen, als bedoeld in de Ongevallenwet 1921, de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 of de Zeeongevallenwet 1919, alsmede hetgeen in die wetten mede als ongeval, in verband met de dienstbetrekking overkomen, werd beschouwd, dan wel daarmede werd gelijkgesteld;

    1. Ongevallenfonds: het Ongevallenfonds als bedoeld in artikel 40, zesde lid, van de Ongevallenwet 1921;

    2. Landbouwongevallenfonds: het Landbouwongevallenfonds als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922;

  4. risicodrager ingevolge de Ongevallenwet 1921: de Sociale Verzekeringsbank als beheerder van het Ongevallenfonds, de werkgever aan wie krachtens artikel 54 van genoemde wet is toegestaan het risico der bij die wet geregelde verzekering zelf te dragen en de naamloze vennootschap of de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging - daaronder begrepen een wederkerige verzekerings- of waarborgmaatschappij - aan wie krachtens artikel 54 van de Ongevallenwet 1921 door een werkgever het risico der in die wet geregelde verzekering is overgedragen;

  5. risicodrager ingevolge de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922: de Sociale Verzekeringsbank als beheerder van het Landbouwongevallenfonds en de bedrijfsvereniging, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder e, van genoemde wet;

  6. risicodrager ingevolge de Zeeongevallenwet 1919:

    1. in het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder I, van die wet: de reder;

    2. in het geval, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder II, van die wet: de reder alsmede de verzekeraar of andere derde als daar bedoeld;

    3. in het geval, bedoeld in artikel 6, tweede lid, van die wet: de reder alsmede de Staat der Nederlanden als verzekeraar als daar bedoeld;

    4. het Rijk voor zover ingevolge artikel 10, derde lid, van die wet de uitkeringen ingevolge die wet ten laste van het Rijk komen;

  7. Arbeidsongeschiktheidsfonds: het Arbeidsongeschiktheidsfonds als bedoeld in hoofdstuk III, § 2, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Artikel 2

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt met lichamelijk letsel, gevolg van een ongeval, gelijkgesteld lichamelijk letsel in een betrekkelijk korte tijd ontstaan als bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Ongevallenwet 1921 en artikel 2, vierde lid, van de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922.

Hoofdstuk II. Intrekking ongevallenwetten en toeslagwetten, handhaving rechten en verplichtingen over tijdvakken, gelegen vóór de liquidatiedatum

Artikel 3

Hoofdstuk III. Afwikkeling rechten en verplichtingen over tijdvakken, gelegen na de liquidatiedatum

§ 1. Afwikkeling uitkeringen aan ongevalsgetroffenen

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

§ 2. Afwikkeling genees- en heelkundige behandeling, opleiding en toelagen

Artikel 12

Artikel 13

§ 3. Afwikkeling renten aan nagelaten betrekkingen

Artikel 14

Artikel 15

§ 4. Afwikkeling schadeloosstelling voor lijkbezorging

Artikel 16

§ 5. Afkoop van uitkeringen

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

§ 6. Afwikkeling bijslagen

Artikel 20

Artikel 21

§ 7. Algemeen

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Hoofdstuk IV. Beëindiging verplichtingen van risicodragers en overdracht contante waarde van verplichtingen

§ 1. Beëindiging van verplichtingen

Artikel 27

§ 2. Overdracht contante waarde van verplichtingen aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds

Artikel 28

Artikel 29

§ 3. Overdracht contante waarde van verplichtingen door het Arbeidsongeschiktheidsfonds aan het College voor zorgverzekeringen, genoemd in artikel 1a van de Ziekenfondswet

Artikel 30 [Vervallen per 01-01-2006]

Hoofdstuk V. Liquidatie vermogenssaldi

§ 1. Bestemming vermogenssaldo van het Ongevallenfonds

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

§ 2. Aanzuivering van het tekort in het Landbouwongevallenfonds

Artikel 34

Artikel 34a

Artikel 35

§ 3. Collectieve overdracht van vermogenssaldi

Artikel 36

Hoofdstuk VI. Liquidatie vrijwillige verzekering

Artikel 37

Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 38

Artikel 38a

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41