Home

Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967

Geldig vanaf 1 januari 2023
Geldig vanaf 1 januari 2023

Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2023]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen tot uitvoering van het op 1 juni 1967 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan, met Bijlagen en Aanhangsel;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1.

Deze wet verstaat onder:

  1. "het Verdrag": het op 1 juni 1967 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de uitoefening van de visserij op de Noordatlantische Oceaan, met Bijlagen en Aanhangsel (Trb. 1968, 54);

  2. "vissersvaartuig": elk vaartuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt voor de visserij op die delen van de Atlantische Oceaan en de Noordelijke IJszee, en de daarmede in verbinding staande zeeën, waarop het Verdrag van toepassing is;

  3. "vaartuig": elk vissersvaartuig en elk vaartuig dat bedrijfsmatig wordt gebruikt voor de verwerking van vis, het bevoorraden van, of het verlenen van diensten aan vissersvaartuigen;

  4. "schipper": elke gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt.

2.

Een vaartuig geldt als Nederlands indien het in overwegende mate vanuit Nederland wordt geëxploiteerd, in de regel in Nederland havent en voor ten minste twee derde gedeelte toebehoort aan:

  1. één of meer natuurlijke personen die de nationaliteit van een der lid-staten van de Europese Gemeenschappen dan wel van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte bezitten of

  2. één of meer rechtspersonen die in overeenstemming met de wetgeving van een lid-staat van de Europese Gemeenschappen dan wel van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn opgericht en die hun statutaire zetel, hun hoofdbestuur of hun hoofdvestiging binnen de Europese Gemeenschappen dan wel binnen een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte hebben.

3.

Het exploiteren van een vaartuig bedoeld in het tweede lid, kan mede plaatsvinden door middel van een nevenvestiging als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Handelsregisterwet 2007.

Artikel 2

1.

De schipper van een Nederlands vissersvaartuig is verplicht te zorgen dat aan boord een document aanwezig is waaruit de nationaliteit van het vaartuig blijkt.

2.

Het in het vorige lid bedoelde document wordt afgegeven door de houder van het centraal visserijregister. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de vorm van het document en de stukken die bij de aanvrage daarvan moeten worden overgelegd.

Artikel 3

De schipper van een Nederlands vissersvaartuig zorgt dat aan boord een zich in goede staat bevindende Nederlandse vlag aanwezig is, en dat deze op vordering van de daartoe bevoegde autoriteiten wordt gehesen. Hij onthoudt zich van alle handelingen waardoor twijfel zou kunnen ontstaan over de nationaliteit van zijn vaartuig.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11 [Vervallen per 01-09-1976]

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15