Home

Wet op de dierproeven

Geldig vanaf 1 juli 2021
Geldig vanaf 1 juli 2021

Wet op de dierproeven

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2021]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de bescherming van het dier regelen te stellen met betrekking tot het verrichten van proeven op dieren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

1.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

  1. dierproef: elk al dan niet invasief gebruik van een dier voor experimentele of andere wetenschappelijke doeleinden, waarvan het resultaat bekend of onbekend is, of onderwijskundige doeleinden, die bij het dier evenveel of meer pijn, lijden, angst of blijvende schade kan veroorzaken als, dan wel dan het inbrengen van een naald volgens goed diergeneeskundig vakmanschap. Dit omvat ieder gebruik waarvan het doel of het mogelijke gevolg de geboorte of het uit het ei breken van een dier is, dan wel het in een dergelijke toestand brengen en houden van een genetisch gemodificeerde dierenlijn, met inbegrip van het doden van dieren ten behoeve van het gebruik van hun organen, weefsels of lichaamsvloeistoffen voor een doel genoemd in artikel 1c;

  2. project: een werkprogramma met een welomschreven doel dat een of meer dierproeven omvat;

  3. inrichting: een installatie, gebouw, groep gebouwen of ander pand, in voorkomend geval met inbegrip van ruimten die niet volledig zijn afgeperkt of overdekt, alsmede verplaatsbare voorzieningen;

  4. fokker: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die de in bijlage I van de richtlijn aangewezen dieren fokt teneinde deze te gebruiken in dierproeven of hun weefsels of organen voor wetenschappelijke doeleinden te gebruiken, of die hoofdzakelijk voor deze doeleinden andere dieren fokt, al dan niet met winstoogmerk;

  5. leverancier: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die geen fokker is en die dieren levert voor gebruik in dierproeven of voor het gebruik van hun weefsels of organen voor wetenschappelijke doeleinden, al dan niet met winstoogmerk;

  6. gebruiker: een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die al dan niet met winstoogmerk, dieren in dierproeven gebruikt;

  7. gezondheidsondermijnende aandoening: een beperking van het normale fysieke of psychische vermogen van een persoon om te functioneren;

  8. zich zelf in stand houdende fokkolonie: een kolonie waarin de dieren slechts in de kolonie worden gefokt of uit andere kolonies afkomstig zijn maar niet in het wild zijn gevangen en waarin de dieren op zodanige wijze worden gehouden dat zij aan mensen gewend zijn;

  9. richtlijn: de door Onze Minister aan te wijzen richtlijn.

2.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt voorts verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

inspecteur: de op grond van een aanwijzing krachtens artikel 20 ter plaatse bevoegde inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid.

3.

Een wijziging van de richtlijn gaat voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens de Wet op de dierproeven gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 1a

Bij uitoefening van bevoegdheden bij of krachtens deze wet wordt de erkenning van de intrinsieke waarde van het dier als algemeen uitgangspunt gehanteerd.

Artikel 1b

Artikel 1c

Artikel 1d

Artikel 1e

§ 2. Instellingsvergunning

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 3. Dierproeven en projecten

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10a

Artikel 10a1

Artikel 10a2

Artikel 10a3

Artikel 10a4

Artikel 10a5

Artikel 10b

Artikel 10c

Artikel 10d

Artikel 10e

Artikel 10f

Artikel 10g

Artikel 10h

Artikel 11

Artikel 11a

Artikel 12 [Vervallen per 18-12-2014]

Artikel 13

Artikel 13a

Artikel 13b

Artikel 13c

Artikel 13d

§ 4. Verplichtingen voor fokker, leverancier en gebruiker

Artikel 13e

Artikel 13f

Artikel 14

Artikel 14a

Artikel 14b

Artikel 14c

Artikel 15

Artikel 15a

§ 5. Schorsende werking van beroep

Artikel 16 [Vervallen per 18-12-2014]

Artikel 17

§ 6. Centrale commissie dierproeven en dierexperimentencommissie

Artikel 18

Artikel 18a

Artikel 18b

Artikel 18c

Artikel 18d

Artikel 18e [Vervallen per 18-12-2014]

Artikel 18f

Artikel 18g

§ 7. Nationaal comité voor de bescherming van dieren

Artikel 19

§ 8. Slotbepalingen

Artikel 20

Artikel 21 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24 [Vervallen per 01-07-2021]

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30