Onder de activa worden afzonderlijk opgenomen:
de kas, de tegoeden op girorekeningen en de onmiddellijk opeisbare tegoeden bij centrale banken in landen waar de bank een vestiging heeft;
de waardepapieren uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste twee jaar, die herfinancierbaar zijn bij de centrale bank;
de vorderingen;
de verhandelbare, uitgegeven waardepapieren met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente;
de aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren;
de deelnemingen;
de immateriële activa, op overeenkomstige wijze als bepaald in artikel 365 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
de materiële vaste activa;
de overige activa;
de van aandeelhouders opgevraagde stortingen;
de overlopende activa.