Home

Besluit jaarrekening banken

Geldig vanaf 1 januari 2012
Geldig vanaf 1 januari 2012

Besluit jaarrekening banken

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2012]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie, mede namens Onze Minister van Financiën, van 29 januari 1993, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 303967/93/6;

Gelet op de richtlijn nr. 86/635/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PbEG L372), alsmede op artikel 417 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

Gezien het advies van De Nederlandsche Bank N.V.;

De Raad van State gehoord (advies van 15 april 1993, no. W03.93.0058);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 29 april 1993, nr. 363307/93/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Voorschriften omtrent de balans en de toelichting daarop

Artikel 1

1.

Onder de activa worden afzonderlijk opgenomen:

  1. de kas, de tegoeden op girorekeningen en de onmiddellijk opeisbare tegoeden bij centrale banken in landen waar de bank een vestiging heeft;

  2. de waardepapieren uitgegeven door publiekrechtelijke lichamen met een oorspronkelijke looptijd van ten hoogste twee jaar, die herfinancierbaar zijn bij de centrale bank;

  3. de vorderingen;

  4. de verhandelbare, uitgegeven waardepapieren met een vaste of van de rentestand afhankelijke rente;

  5. de aandelen en andere niet-vastrentende waardepapieren;

  6. de deelnemingen;

  7. de immateriële activa, op overeenkomstige wijze als bepaald in artikel 365 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  8. de materiële vaste activa;

  9. de overige activa;

  10. de van aandeelhouders opgevraagde stortingen;

  11. de overlopende activa.

2.

Onder de passiva worden afzonderlijk opgenomen:

  1. de schulden, al dan niet in verhandelbare schuldbewijzen belichaamd;

  2. de overlopende passiva, voor zover zij niet onder de schulden zijn vermeld;

  3. de voorzieningen, op de wijze bepaald in artikel 374 leden 1, 2 en 4 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  4. de achtergestelde schulden;

  5. het eigen vermogen, op overeenkomstige wijze als bepaald in artikel 373 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

3.

Buiten de balanstelling worden opgenomen de voorwaardelijke schulden en de onherroepelijke toezeggingen die tot een kredietrisico kunnen leiden.

Artikel 2

1.

Vermogens die de bank in eigen naam voor rekening van een ander niet afgescheiden van haar eigen activa en passiva beheert, worden onder de desbetreffende balansposten opgenomen.

2.

Indien bij een verkoop van activa teruglevering tegen een bepaalde prijs is bedongen, wordt de bij verkoop ontvangen prijs als schuld tegenover deze activa opgenomen en wordt in de toelichting het bedrag van de overgedragen activa vermeld.

3.

Deviezentermijntransacties, termijntransacties ter beurze en terugkoopbedingen bij de uitgifte van obligaties of andere vastrentende waardepapieren worden in geen geval als een verkoop van activa met beding van teruglevering aangemerkt.

4.

Tot zekerheid ontvangen activa worden slechts op de balans opgenomen, indien het gereed geld betreft.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

§ 2. Voorschriften omtrent de winst- en verliesrekening en de toelichting daarop

Artikel 9

Artikel 10

§ 3. Bijzondere voorschriften omtrent de toelichting

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14