Home

Besluit bezoldiging politie

Geldig van 14 november 2024 tot 1 januari 2025
Geldig van 14 november 2024 tot 1 januari 2025

Besluit bezoldiging politie

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 14-11-2024 tot 01-01-2025]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 16 november 1993, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA93/U3219;

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 7 februari 1994, nummer WO4.93.0763;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 maart 1994, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA94/419;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

1.

Dit besluit verstaat onder:

  1. a.

    Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

  2. b.

    aspirant: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als aspirant en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  3. c.

    ambtenaar in opleiding: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als ambtenaar in opleiding en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  4. d.

    ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012, met uitzondering van de aspirant gedurende het theoretische opleidingsdeel en de ambtenaar in opleiding gedurende het theoretisch opleidingsdeel, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, gelijk wordt gesteld aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012;

  5. e.

    ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012, waarbij voor de toepassing van dit besluit de directeur van de Politieacademie, zijn plaatsvervanger en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche, wordt gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012;

  6. f.

    ambtenaar van de rijksrecherche: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Politiewet 2012;

  7. g.

    vakantiewerker: degene die ten tijde van onderbreking van zijn opleiding wegens vakantie voor een periode van ten hoogste acht weken is aangesteld voor het verrichten van ondersteunende werkzaamheden;

  8. h.

    [vervallen;]

  9. i.

    ambtenaar: de aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, de ambtenaar van de rijksrecherche en de vakantiewerker;

  10. j.

    bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  11. k.

    volledige betrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld 36 uur per week omvat;

  12. l.

    deelbetrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld minder dan 36 uur per week omvat;

  13. m.

    salaris: het bedrag dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de ambtenaar is vastgesteld aan de hand van één van de bijlagen van dit besluit, inclusief de op grond van artikel 9a toegekende periodieken;

  14. n.

    salaris per uur: 1/157 deel van het salaris bij een volledige betrekking;

  15. o.

    salarisschaal: een als zodanig in één van de bijlagen van dit besluit vermelde reeks van genummerde salarissen;

  16. p.

    salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal, die in een salarisschaal bij een salaris is vermeld;

  17. q.

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  18. r.

    functie: het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;

  19. s.

    toelagen: alle toelagen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  20. t.

    vergoedingen: alle vergoedingen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  21. u.

    uitkeringen: alle uitkeringen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  22. v.

    bezoldiging: de som van het salaris, de toelagen, met uitzondering van de toelagen, bedoeld in de artikelen 12b, 12c, 12d, 12g, en artikel 16, eerste lid, alsmede de uitkering, bedoeld in artikel 25a, indien Onze Minister zulks bepaalt;

  23. w.

    arbeidsongeschiktheid: volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de WIA of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 5 van de WIA;

  24. x.

    arbodienst: een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;

  25. y.

    deskundige persoon: een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b of c, van die wet;

  26. z.
  27. aa.
  28. bb.

    [Vervallen.]

  29. cc.

    herplaatsen: het op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte opdragen van een andere functie of de eigen functie onder andere voorwaarden;

  30. dd.

    herplaatsingtoelage: een herplaatsingtoelage als bedoeld in bijlage 4 van het Pensioenreglement;

  31. ee.

    arbeidsongeschiktheidspensioen: een ABP arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in hoofdstuk 3.4 van het Pensioenreglement;

  32. ff.

    medisch advies: een advies van de deskundige persoon of de arbodienst dat ten aanzien van de ambtenaar is uitgebracht na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 18, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 50 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  33. gg.

    gewezen ambtenaar: een ambtenaar aan wie ontslag is verleend, met ingang van de dag waarop het ontslag is ingetreden;

  34. hh.

    Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  35. ii.

    passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de ambtenaar is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd;

  36. jj.

    Pensioenreglement: het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

  37. kk.

    Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP;

  38. ll.

    pensioengevend inkomen: het pensioengevend inkomen, bedoeld in hoofdstuk 7.1.1 van het Pensioenreglement vermeerderd met de toelagen genoemd in artikel 12b, 12c en 12d;

  39. mm.

    [vervallen;]

  40. nn.
  41. oo.

    WIA-uitkering: een uitkering op grond van de WIA;

  42. pp.

    ZW: de Ziektewet;

  43. qq.

    ZW-uitkering: ziekengeld als bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet;

  44. rr.

    zijn arbeid: hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge artikel 19 van de Ziektewet;

  45. ss.

    [vervallen;]

  46. tt.

    theoretisch opleidingsdeel: de periode of perioden waarin de aspirant of de ambtenaar in opleiding aan een opleidingsinstituut in het kader van een krachtens artikel 2c, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding onderwijs volgt;

  47. uu.

    beroepspraktijkvorming: de periode of perioden waarin de aspirant of de ambtenaar in opleiding de politietaak bij een regionale eenheid of een landelijke eenheid uitvoert in het kader van een krachtens artikel 2c, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  48. vv.

    LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde geheel van functiebeschrijvingen, onderverdeeld naar vakgebieden, inclusief de waardering, en de aan het gebouw verbonden en omschreven werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten;

  49. ww.

    OVW punten: Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden punten, zoals die met toepassing van het functiewaarderingssysteem zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, worden vastgesteld;

  50. xx.

    OVW periodieken: Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden periodieken, welke kunnen worden toegewezen op grond van artikel 9a;

  51. yy.

    AOW-gerechtigde leeftijd: de leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat;

  52. zz.

    consignatie: consignatie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie.

2.

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder echtgenote of echtgenoot mede verstaan de geregistreerde partner alsmede de niet-gehuwde ambtenaar die met een levenspartner samenwoont en – met het oogmerk duurzaam samen te leven – een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding. Onder weduwe of weduwnaar wordt mede begrepen de achtergebleven geregistreerde partner alsmede de achtergebleven levenspartner. Tegelijkertijd kan slechts een persoon als echtgenoot of echtgenote dan wel weduwe of weduwnaar worden aangemerkt. Het bevoegd gezag kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als bedoeld in de eerste volzin is gesloten.

Artikel 1a

Voor de toepassing van dit besluit wordt onder de volgende opleidingsniveau verstaan:

  1. niveau 2 of 3: niveau 2 of 3 als bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  2. niveau 4: niveau 4 als bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  3. niveau 6 of 7: het niveau dat op grond van artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek recht geeft op het voeren van de graad Bachelor of Master.

Artikel 2

Artikel 2a

Artikel 3

Artikel 3 bis [Vervallen per 01-01-2018]

Artikel 3bis a [Vervallen per 15-09-2022]

Artikel 3bis b [Vervallen per 15-09-2022]

Artikel 3a

Artikel 3b

Artikel 3c

Artikel 4

Artikel 4a [Vervallen per 01-02-2016]

Artikel 4b [Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 5

Hoofdstuk 2. Salaris

Artikel 6

Artikel 6a [Vervallen per 01-07-2007]

Artikel 7 [Vervallen per 24-05-2016]

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 9a

Artikel 10

Artikel 11

Hoofdstuk 3. Gratificatie

Artikel 12

Hoofdstuk 3a. Bijdrage levensloopregeling

Artikel 12a

Artikel 12b

Hoofdstuk 3b. Toelage bezwarende functies

Artikel 12c

Artikel 12d

Hoofdstuk 3c. Te gelde maken algemene levensloopbijdrage, toelage bezwarende functie en inhaaltoelage bezwarende functie

Artikel 12e

Artikel 12f

Hoofdstuk 3d. Compensatie aftopping pensioengevend inkomen

Artikel 12g

Hoofdstuk 4. Inconveniëntentoelage

Artikel 13 [Vervallen per 07-11-1997]

Artikel 14

Artikel 15

Hoofdstuk 5. Overige toelagen

Artikel 16

Artikel 16a

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 17b [Vervallen per 01-07-2007]

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 20a

Artikel 21

Artikel 22

Hoofdstuk 6. Vakantie-uitkering

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Hoofdstuk 7. Uitkeringen

Artikel 25a

Artikel 25b

Artikel 26

Artikel 26a

Hoofdstuk 7a. Het individueel keuzebudget

Artikel 26b [Nog niet in werking]

Hoofdstuk 8. Vergoedingen in verband met extra diensten en verschoven diensten

Artikel 27

Artikel 27a

Artikel 27b

Artikel 27c [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 27d [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 27e [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 29a

Hoofdstuk 8a. Tijdelijke regeling vervroegd uittreden en eenmalige uitkering bij doorwerken tot de AOW-gerechtigde leeftijd

Artikel 29b

Artikel 29c

Artikel 29d

Artikel 29e

Hoofdstuk 9. Bijzondere situaties

Artikel 30

Artikel 30a [Vervallen per 01-07-2007]

Artikel 31

Artikel 31a [Vervallen per 01-01-2002]

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 37a

Artikel 37b

Artikel 37c

Hoofdstuk 10. Voorzieningen in verband met ziekte

Artikel 38

Artikel 38a

Artikel 38b

Artikel 39

Artikel 39a

Artikel 39b

Artikel 40 [Vervallen per 01-12-2004]

Artikel 40a [Vervallen per 01-09-1999]

Artikel 41

Artikel 41a [Vervallen per 01-09-1999]

Artikel 42

Artikel 43 [Vervallen per 01-12-2004]

Artikel 44

Artikel 45 [Vervallen per 27-08-2015]

Artikel 45a

Artikel 45b [Vervallen per 01-01-2001]

Artikel 45c

Artikel 45d

Hoofdstuk 11. Overige bepalingen

Artikel 46

Artikel 46a

Artikel 46b

Artikel 46c

Artikel 47

Hoofdstuk 12. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 48

Artikel 48a [Vervallen per 22-06-2024]

Artikel 48b [Vervallen per 22-06-2024]

Artikel 48c [Nog niet in werking]

Artikel 49

Artikel 49a

Artikel 49b

Artikel 49c [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 49d [Vervallen per 15-09-2022]

Artikel 49e [Vervallen per 22-06-2024]

Artikel 49f

Artikel 50

Artikel 50a

Artikel 50b

Artikel 51

Artikel 52

Bijlage I. bij artikel 8, eerste lid , en artikel 3a, negende lid , van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 juli 2024 (in euro per maand)

Bijlage Ia. bij artikel 8, derde lid , van het Besluit bezoldiging politie per 1 juli 2024 (in euro per maand)

BIJLAGE IB [Vervallen per 07-11-1997]

Bijlage II. bij de artikelen 3, derde lid, onderdeel a, en vijfde lid , en 3a, eerste en negende lid , van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 juli 2024 (in euro per maand)

Bijlage III. bij de artikelen 3, achtste en negende lid , en 3a, zevende en achtste lid , van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 juli 2024 (in euro per maand)

Bijlage IV. bij artikel 3, eerste lid , van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2024 (bruto per maand)

Bijlage V. bij artikel 3, derde lid, onderdeel b , van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 juli 2024 (in euro per maand)

Bijlage VI. bij artikel 3, vierde lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 juli 2024 (in euro per maand)

Bijlage VII. horende bij artikel 9a, eerste lid , van het Besluit bezoldiging politie