Bij het afgeven van een verklaring als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Wet veiligheidsonderzoeken, in verband met de vervulling van een vertrouwensfunctie op een burgerluchthaven, wordt, indien het naar de betrokken persoon ingestelde veiligheidsonderzoek gegevens heeft opgeleverd als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder a, van de Wet veiligheidsonderzoeken, bij de beoordeling van die gegevens rekening gehouden met:
de aard van de gegevens;
de ouderdom van de gegevens;
de aard en de zwaarte van de delicten waarop de gegevens betrekking hebben;
de zwaarte van de opgelegde straffen of maatregelen;
het aantal in een bepaalde tijdsspanne vastgelegde gegevens;
de leeftijd van betrokkene ten tijde van het vastleggen van de gegevens.