Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden
Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is personen die rechtens hun vrijheid is ontnomen uit te sluiten van het recht op een uitkering op grond van een aantal socialezekerheidswetten, aangezien zij reeds door de Staat worden voorzien in de kosten van levensonderhoud, en de mogelijkheid te openen het recht op een uitkering op grond van een aantal socialezekerheidswetten toe te kennen aan personen die rechtens hun vrijheid is ontnomen in die gevallen waarin zij hun hoofdverblijf niet hebben binnen een justitiële inrichting;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: