Besluit plaatsen bestuurlijke ophouding
Besluit plaatsen bestuurlijke ophouding
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 februari 2000, nr. EA2000/U58162;
Gelet op artikel 154a, achtste lid, en 176a, derde lid, van de Gemeentewet;
De Raad van State gehoord (advies van 23 maart 2000, nr. W04.00.0088/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 april 2000, nr. EA2000/464269;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Paragraaf 1. Begripsbepaling
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
opgehoudenen: personen die op basis van artikel 154a, eerste lid, dan wel artikel 176a, derde lid, van de Gemeentewet dan wel artikel 158, achtste lid, dan wel artikel 180, derde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba tijdelijk worden opgehouden;
plaats van ophouding: door de burgemeester onderscheidenlijk de gezaghebber aangewezen plaats waar opgehoudenen tijdelijk worden opgevangen.
Artikel 1a
Dit besluit berust mede op de artikelen158, achtste lid, en 180, derde lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.