Home

Besluit wegslepen van voertuigen

Geldig vanaf 1 januari 2013
Geldig vanaf 1 januari 2013

Besluit wegslepen van voertuigen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2013]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 mei 2001, nr. CDJZ/WBI/2001-612, Centrale Directie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 173, eerste lid, en op de artikelen 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, derde lid, juncto 173, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 14 juni 2001, nr. W09.01.0222/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 juni 2001, nr. CDJZ/WBI/2001-855, Centrale Directie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. wet: de Wegenverkeerswet 1994;

  2. bewaringsregister: het register, bedoeld in artikel 170, vierde lid, van de wet.

Artikel 2

De soorten van weggedeelten en wegen, bedoeld in artikel 173, eerste lid, onderdeel a, van de wet, zijn:

  1. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 1 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel e, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is te parkeren;

  2. wegen en weggedeelten waar door middel van bord E 2 van bijlage 1 bij het RVV 1990 of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdeel g, van het RVV 1990 wordt aangegeven dat het verboden is stil te staan;

  3. parkeergelegenheden, aangeduid door bord E4 van bijlage 1 bij het RVV 1990, waarbij

    ofwel op een onderbord wordt aangegeven:

    1. 1°.

      de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd;

    2. 2°.

      de wijze waarop het parkeren dient te geschieden;

    3. 3°.

      de dagen of uren waarop het parkeren is verboden, of

    4. 4°.

      de dagen of uren waarop een beperking als bedoeld in 1° en 2°, geldt,

    ofwel op het verkeersbord de aanduiding is aangebracht waarmee wordt aangegeven:

    1. 1°.

      de voertuigcategorie of groep voertuigen waarvoor de parkeergelegenheid is bestemd, of

    2. 2°.

      de wijze waarop het parkeren dient te geschieden.

  4. taxistandplaatsen, aangeduid door bord E5 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  5. parkeerplaatsen voor invaliden, aangeduid door bord E6 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  6. gelegenheden voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen, aangeduid door bord E7 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  7. parkeergelegenheden voor een categorie of groep voertuigen, aangeduid door bord E8 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  8. parkeergelegenheden voor vergunninghouders, aangeduid door bord E9 van bijlage 1 bij het RVV 1990;

  9. voetgangersgebieden, aangeduid door bord G7 of door bord C1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

Artikel 3

Artikel 4

§ 2. Registratie

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

§ 3. Financiën

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

§ 4. Overige bepalingen en slotbepaling

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19