Home

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Geldig vanaf 1 januari 2024
Geldig vanaf 1 januari 2024

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van de rechtszekerheid ten aanzien van onroerende zaken, de toegankelijkheid van overheidsinformatie en een goede vervulling van publiekrechtelijke taken, de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken te vergroten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. publiekrechtelijke beperking:

    1. 1º.

      beperking van de bevoegdheid tot gebruik van of beschikking over een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen, niet zijnde een privaatrechtelijke beperking,

    2. 2º.

      schuldplichtigheid die rust op een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen;

  2. beperkingenbesluit:

    1. 1°.

      op grond van artikel 2 aangewezen schriftelijke publiekrechtelijke rechtshandeling waaruit een publiekrechtelijke beperking voortvloeit dan wel waarbij deze wordt gewijzigd of komt te vervallen;

    2. 2°.

      een toezending van een ontwerpbesluit door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Erfgoedwet, in samenhang met artikel 3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

    3. 3°.

      een afschrift van een inschrijving door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van een als rijksmonument aangewezen monument of archeologisch monument in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  3. openbare registers: openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

  4. basisregistratie kadaster: basisregistratie kadaster als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Kadasterwet;

  5. Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster.

Artikel 2

1.

Bij algemene maatregel van bestuur worden in het belang van een doelmatige kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen categorieën van beperkingenbesluiten als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, aangewezen, waarop deze wet van toepassing is.

2.

De aanwijzing kan bij ministeriële regeling plaatsvinden indien het betreft beperkingenbesluiten die worden vastgesteld op grond van een verordening van respectievelijk een gemeente, waterschap of provincie als bedoeld in respectievelijk artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 56, eerste lid, van de Waterschapswet of artikel 145 van de Provinciewet.

3.

Tenzij bij de in het eerste of tweede lid bedoelde aanwijzing anders is bepaald, behoren tot de aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten mede die beperkingenbesluiten die dezelfde publiekrechtelijke beperkingen hebben doen ontstaan als de tot de aangewezen categorieën behorende beperkingenbesluiten en als wettelijke grondslag hebben een inmiddels gewijzigde of vervallen wet, waarvan de werking ten aanzien van de op die wet gebaseerde beperkingenbesluiten ingevolge een latere wet is geëerbiedigd.

4.

Tot de aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten behoren verder mede die beperkingenbesluiten waarbij een publiekrechtelijke beperking die is voortgevloeid uit een beperkingenbesluit als vermeld in een aangewezen categorie, wordt gewijzigd of komt te vervallen. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op de beperkingenbesluiten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2° tot en met 5°.

5.

Bij de in het eerste of tweede lid bedoelde aanwijzing kan ten aanzien van een categorie van beperkingenbesluiten onderscheid worden gemaakt naar:

  1. de vorm waarin een beperkingenbesluit beschikbaar is,

  2. de aard van het object waarop een beperkingenbesluit betrekking heeft,

  3. de periode gedurende welke een beperkingenbesluit van kracht is,

  4. de kring van personen jegens wie een beperkingenbesluit geldt.

Artikel 3

§ 2. Inschrijving van publiekrechtelijke beperkingen

Artikel 4 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 5 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 6 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 7 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 8 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 9 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 10 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 10a [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 11 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 12 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 13 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15a [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 16 [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 17

§ 3. Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel 17a [Vervallen per 01-01-2021]

Artikel 17b [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 17c [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 17d [Vervallen per 01-04-2020]

Artikel 18

Artikel 19