Besluit financiële bepalingen bodemsanering
Besluit financiële bepalingen bodemsanering
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 januari 2005, nr. MJZ2004133913, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op de artikelen 39f, tweede lid, 55b, derde lid, 76a, tweede en derde lid, 76b, 76c, eerste lid, 76d, 76e, 76g, tweede lid, 76j, eerste en tweede lid, 76n, tweede lid, 86b, 87a, derde lid, en 87b, tweede lid, van de Wet bodembescherming;
De Raad van State gehoord (advies van 29 maart 2005, nr. W08.05.0006/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 december 2005, nr. DJZ 2005210938, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Algemeen
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
wet: Wet bodembescherming, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet;
budgethouder: gedeputeerde staten en daarmee op grond van artikel 88 van de wet gelijkgestelde bestuursorganen;
subsidiabele saneringskosten: de werkelijk gemaakte kosten voor een sanering die is uitgevoerd, overeenkomstig het saneringsplan, bedoeld in artikel 39 van de wet, dan wel overeenkomstig artikel 39b van de wet;
bedrijfsterrein: bedrijfsterrein als bedoeld in artikel 55a van de wet.
Artikel 1a
Dit besluit berust na het tijdstip van inwerkingtreding van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet mede op de artikelen 4 en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Aanvullingswet bodem.