een deelneming, dat wil zeggen het rechtstreeks of door middel van een zeggenschapsband houden van ten minste 20 procent van de stemrechten of het kapitaal van een rechtspersoon;
Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft
Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Wij, Beatrix bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 12 juli 2006, nr. FM 2006-01703 M;
Gelet op de artikelen 1:102, eerste lid, 2:5, tweede lid, 2:6, tweede lid, 2:7, tweede lid, 2:9, eerste lid, 2:12, derde lid, 2:13, tweede lid, 2:17, tweede lid, 2:21, derde lid, 2:22, tweede lid, 2:31, tweede lid, 2:32, tweede lid, 2:33, tweede lid, 2:36, derde lid, 2:37, tweede lid, 2:39, eerste lid, 2:41, tweede lid, 2:42, tweede lid, 2:43, tweede lid, 2:45, tweede lid, 2:46, tweede lid, 2:49, tweede lid, 2:50, tweede lid, 2:51, tweede lid, 2:53, eerste lid, 2:58, tweede lid, 2:63, tweede lid, 2:67, tweede en vierde lid, 2:68, derde lid, 2:69, tweede lid, 2:78, tweede lid, 2:81, vierde lid, 2:83, tweede lid, 2:89, tweede lid, 2:94, tweede lid, 2:99, derde lid, 2:105, vijfde lid, 2:107, tweede lid, 2:108, tweede lid, 2:110, tweede lid 2:111, tweede lid, 2:112, tweede lid, 2:115, tweede lid, 2:118, tweede lid, 2:120, tweede lid, 2:121, tweede lid, 2:122, tweede lid, 2:127, tweede lid en 2:130, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht en de richtlijnen nr. 73/239/EEG, 85/611/EEG, 88/357/EEG, 91/674/EEG, 92/49/EEG, 93/6/EEG, 93/22/EEG, 2000/12/EG, 2000/46/EG, 2002/83/EG en 2002/92/EG;
De Raad van State gehoord (advies van 17 augustus 2006, no. W06.06.0335);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 oktober 2006, FM 2006-1822 U;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
§ 1.1. Definitie
Artikel 1
In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
nauwe banden: situatie waarin twee of meer natuurlijke of rechtspersonen verbonden zijn door:
- 1°.
- 2°.
een zeggenschapsband, dat wil zeggen de band die bestaat tussen een moederonderneming en een dochteronderneming in alle gevallen zoals bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van de richtlijn geconsolideerde jaarrekening, of een band van dezelfde aard tussen een natuurlijke of rechtspersoon en een andere rechtspersoon: een dochteronderneming van een dochteronderneming wordt ook beschouwd als een dochteronderneming van de moederonderneming die aan het hoofd van de onderneming staat;
- 1°.