Besluit Geneesmiddelenwet
Besluit Geneesmiddelenwet
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 juli 2006, kenmerk GMT/MVG 2697861;
Gelet op de artikelen 65, 66, eerste lid, en 75, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 14 september 2006, no. W.13.06.0290/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 maart 2007, kenmerk DWJZ/SWW-2754188;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Paragraaf 1. Begripsbepaling
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de wet: de Geneesmiddelenwet;
register: het register, bedoeld in artikel 61, vijfde lid, van de wet;
gevestigde apotheker: de apotheker die staat ingeschreven in het register;
apotheekhoudende huisarts: de huisarts die ingevolge de wet bevoegd is om geneesmiddelen ter hand te stellen;
voorschrijver: een beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 36, veertiende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;
apotheekhoudende: de gevestigde apotheker of de apotheekhoudende huisarts.