Het UWV vormt zich, indien er naar verwachting sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim van een vangnetter, binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid een oordeel over het desbetreffende ziektegeval.
Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever
Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever
Opschrift
Aanhef
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
de vangnetter: de persoon die op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel a, b, c of d, van de Ziektewet recht heeft op ziekengeld;
plan van aanpak: het plan van aanpak, bedoeld in 26, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Artikel 2. Probleemanalyse
Het UWV vormt zich onverwijld een oordeel over het desbetreffende ziektegeval indien eerst na zes weken blijkt dat het ziekteverzuim van de vangnetter naar verwachting langdurig dreigt te zijn.
In afwijking van het eerste en tweede lid vormt het UWV zich onverwijld een oordeel over het desbetreffende ziektegeval, indien er naar verwachting sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim en de aangifte, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de Ziektewet, of de melding, bedoeld in artikel 38ab, eerste lid van de Ziektewet, later wordt gedaan dan binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid.
Artikel 3. Houden van aantekening
Het UWV houdt vanaf het moment waarop naar verwachting sprake is van dreigend langdurig ziekteverzuim aantekening als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.