Invoeringsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Invoeringsbesluit Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 december 2009, nr. BJZ2009065767, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de Arbeidsomstandighedenwet 1998, de Brandweerwet 1985, het Burgerlijk Wetboek, de Huisvestingswet, de Elektriciteitswet 1998, de Gaswet, de Kaderwet EZ-subsidies, de Kernenergiewet, de Meststoffenwet, de Mijnbouwwet, de Natuurbeschermingswet 1998, de Waterleidingwet, de Waterwet, de Wet belastingen op milieugrondslag, de Wet bodembescherming, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, de Wet luchtvaart, de Wet milieubeheer, de Wet politieregisters, de Wet rampen en zware ongevallen, de Wet ruimtelijke ordening, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, de Wet voorkeursrecht gemeenten, de Wet wapens en munitie en de Woningwet;
De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 2010, nr. W08.09.0538/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 maart 2010, nr. BJZ2010008971, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: