Deze regeling heeft betrekking op de wijze waarop de Minister van Justitie de bevoegdheid uitoefent tot het nemen van een vervangingsbesluit.
Regeling digitale vervanging personeelsdossiers Ministerie van Justitie 2010
Geldig vanaf 20 december 2011
Geldig vanaf 20 december 2011
Regeling digitale vervanging personeelsdossiers Ministerie van Justitie 2010
Opschrift
Aanhef
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
selectielijst:
de selectielijst die op 16 augustus 2007 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Justitie, kenmerk C/S&A/07/1516 is vastgesteld naar artikel 5, tweede lid onder b van de Archiefwet 1995 (Stcrt. 2007, 225);
digitale vervanging:
de vervanging van papieren personeelsdossiers, die op basis van de selectielijst voor vernietiging in aanmerking komen, door digitale bestanden;
vervangingsbesluit:
een besluit tot digitale vervanging als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Archiefwet 1995;
bewerkersovereenkomst:
een overeenkomst als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens;
P-Direkt:
de baten-lastendienst, ingesteld bij besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Financiën van 11 februari 2009;
beheersorganisatie: ‘de organisatieonderdelen die krachtens de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 zijn belast met de bedrijfsvoeringstaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Artikel 2. Reikwijdte
2.
Een vervangingsbesluit heeft uitsluitend betrekking op:
de personeelsdossiers, genoemd in de selectielijst en waarvan het beheer bij P-Direkt berust;
de personeelsdossiers, genoemd in de selectielijst en waarvan het beheer aan P-Direkt zal worden overgedragen, en
de personeelsdossiers die bij P-Direkt zijn beheerd.
3.
De geldingsduur van een vervangingsbesluit overschrijdt niet de geldingsduur van de selectielijst, vastgesteld krachtens artikel 2, tweede lid, van het Archiefbesluit 1995.
Artikel 3
1.
Het nemen van vervangingsbesluiten is opgedragen aan:
de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal;
de directeuren-generaal;
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding;
de hoofden van baten-lasten diensten;
de hoofden van zelfstandige bestuursorganen;
de hoofden van rechtspersonen met een wettelijke taak;
de directeur bedrijfsvoering van de Hoge Raad;
het door het College van procureurs-generaal aan te wijzen lid van dat college;
voor zover zij gebruik maken van de voorzieningen van P-Direkt en voor zover zij krachtens de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 zijn belast met bedrijfsvoeringstaken.
2.
De Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie en de daarop gebaseerde mandaatregelingen zijn van overeenkomstige toepassing op het nemen van een vervangingsbesluit.