Deze wet is, met uitzondering van hoofdstuk 2, van overeenkomstige toepassing op:
Nederlanders, geboren buiten Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Nederlanders die buiten Bonaire, Sint Eustatius en Saba de Nederlandse nationaliteit verkregen hebben.
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
ambtenaren belast met de grensbewaking dan wel het toezicht op personen: ambtenaren, bedoeld in artikel 22a;
annulering van een visum: intrekking van een visum met terugwerkende kracht tot en met het tijdstip van de verlening;
machtiging tot voorlopig verblijf: visum voor de toegang tot de openbare lichamen voor verblijf van meer dan drie maanden;
referent: een Nederlander of een in de openbare lichamen toegelaten en gevestigde vreemdeling dan wel het bevoegd gezag van een in de openbare lichamen kantoorhoudende rechtspersoon, die een aanvraag heeft ingediend omtrent een machtiging tot voorlopig verblijf ten behoeve van een vreemdeling;
terugkeervisum: visum voor de toegang tot de openbare lichamen van een visumplichtige persoon die de openbare lichamen tijdelijk zal verlaten;
visum: voor de toegang tot de openbare lichamen voor verblijf van niet langer dan drie maanden door Onze Minister van Buitenlandse Zaken afgegeven visum, alsmede een onder e of g bedoeld visum;
verdragsvluchteling: de vreemdeling die vluchteling is in de zin van het op 28 juli 1951 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1954, 88) en het op 31 januari 1967 te New York tot stand gekomen Protocol betreffende de status van vluchtelingen (Trb. 1967, 76) en op wie de bepalingen ervan van toepassing zijn;
vreemdeling: ieder die niet de Nederlandse nationaliteit bezit.
Deze wet is, met uitzondering van hoofdstuk 2, van overeenkomstige toepassing op:
Nederlanders, geboren buiten Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Nederlanders die buiten Bonaire, Sint Eustatius en Saba de Nederlandse nationaliteit verkregen hebben.
In afwijking van het eerste lid, is deze wet niet van overeenkomstige toepassing op Nederlanders die op dan wel in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of het Europese deel van Nederland zijn geboren of de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen, indien en voor zover deze wet niet op de vader of de moeder van toepassing is.
In afwijking van het eerste lid, is deze wet evenmin van overeenkomstige toepassing op Nederlanders, die:
direct voorafgaand aan 10 oktober 2010 gedurende een ononderbroken periode van tenminste een jaar hun woonplaats als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen hebben gehad op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba en die geboren zijn op dan wel in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of het Europese deel van Nederland, dan wel in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of het Europese deel van Nederland de Nederlandse nationaliteit verkregen hebben;
kinderen zijn van de onder a bedoelde Nederlanders en direct voorafgaand aan 10 oktober 2010 gedurende een ononderbroken periode van tenminste een jaar hun woonplaats hebben gehad op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba.