Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;
Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie
Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het belang van energiebesparing, regels te stellen ter uitvoering van richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 (PbEG L 114) betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van richtlijn 93/76/EEG van de Raad en deze regels samen te voegen met de Wet energiebesparing toestellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Energiebesparing
§ 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
- b.
energie: alle vormen van energieproducten, brandstoffen, warmte, hernieuwbare energie, elektriciteit of elke andere vorm van energie;
- c.
koudenet: geheel van tot elkaar behorende, met elkaar verbonden leidingen, bijbehorende installaties en overige hulpmiddelen dienstbaar aan het transport van koude, behoudens voor zover deze leidingen, installaties en hulpmiddelen zijn gelegen in een gebouw of werk van een verbruiker of van een beheerder van een koudenet en strekken tot toe- of afvoer van koude ten behoeve van dat gebouw of werk;
- d.
warmte: thermische energie die ten behoeve van ruimteverwarming of verwarming van tapwater wordt geleverd door middel van transport van water;
- e.
koude: koud water bestemd voor ruimtekoeling;
- f.
eindafnemer: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die energie koopt voor eigen eindgebruik;
- g.
energiegerelateerd product: energiegerelateerd product als bedoeld in artikel 2, onder 1, van Verordening (EU) 2017/1369;
- h.
Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;
- i.
Verordening (EU) 2017/1369: Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30 (PbEU 2017, L 189);
- i.
energie-audit: energie-audit als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2012/27/EU;
- j.
grote onderneming: onderneming die geen micro, kleine of middelgrote onderneming is als bedoeld in artikel 2 van richtlijn 2012/27/EU;
- k.
richtlijn 2012/27/EU: richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PbEU 2012, L 315);
- m.
verordening (EU) 2019/1020: Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PbEU 2019, L 169).