Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
Besluit kwaliteit gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 maart 2012, nr. KO/2012/3708;
Gelet op de artikelen 1.50, tweede lid, 1.56, tweede lid, 1.56b, tweede lid en 2.6, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 april 2012, nr. W12.12.0080/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 mei 2012, nr. KO/2012/4396;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Kwaliteitseisen gastouderbureaus, gastouders en voorzieningen voor gastouderopvang
Paragraaf 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begrippen
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bemiddelingsmedewerker: de medewerker, werkzaam bij het gastouderbureau, die bemiddelt tussen gastouder en vraagouder en die daartoe de voorziening voor gastouderopvang bezoekt;
groep: een eenheid die bestaat uit een aantal door een gastouder op te vangen kinderen;
huiselijk geweld: huiselijk geweld als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
kindermishandeling: kindermishandeling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
meldcode: meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;
melding: melding aan Veilig Thuis van huiselijk geweld of kindermishandeling of van een vermoeden daarvan;
Veilig Thuis: Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
vraagouder: ouder die kinderopvang vraagt die geboden wordt door een gastouder.