Besluit accountantsopleiding 2013
Besluit accountantsopleiding 2013
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 28 september 2012, nr. FM/2012/613 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Marktgedrag en Effectenverkeer;
Gelet op de artikelen 46 en 54, derde lid, van de Wet op het accountantsberoep en de artikelen 1, tweede lid, 8, 18, derde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 oktober 2012, no. W06.12.0405/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 14 december 2012, FM/2012/1573 U;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
examen Nederlands recht: examen, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel c, van de wet;
richtlijn: richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU 2006, L 157);
Artikel 2
De opleiding, bedoeld in artikel 46 van de wet, heeft betrekking op de vakgebieden, bedoeld in artikel 8 van de richtlijn.
Artikel 3
In het examen Nederlands recht wordt getoetst of de betrokkene voldoende kennis heeft van de vakgebieden, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en tweede lid, onderdelen a tot en met e, van de richtlijn, voor zover deze kennis voor controles van financiële verantwoordingen van belang is, met dien verstande dat van het vakgebied, bedoeld artikel 8, eerste lid, onderdeel h, van de richtlijn niet de kennis van gedrags- en beroepsregels, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel d, van de wet, wordt getoetst.