Wet werk en zekerheid
Wet werk en zekerheid
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het ontslagrecht te vereenvoudigen, de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bij ontslag te bevorderen, de vergoeding bij ontslag te beperken en aanwending daarvan voor snelle werkhervatting te bevorderen, dat het wenselijk is de rechtspositie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en met een arbeidsovereenkomst met wisselende uren te versterken, de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid te bevorderen en de langdurige inzet van flexibele arbeid te beperken en het wenselijk is om tegelijkertijd de Werkloosheidswet een meer activerend karakter te geven en de inkomensvoorziening via de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen uit te breiden onder gelijktijdige beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en tot slot de uitkering vanwege betalingsonmacht van de werkgever te maximeren op anderhalf maal het maximumdagloon;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: