Home

Beleidsregels niet-incidentele artikel 3 loterijvergunningen

Geldig vanaf 1 januari 2020
Geldig vanaf 1 januari 2020

Beleidsregels niet-incidentele artikel 3 loterijvergunningen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2021]

Aanhef

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze beleidsregels hebben uitsluitend betrekking op de verlening van vergunningen voor het organiseren van loterijen.

Artikel 3. Rechtspersoonlijkheid en zetel

1.

De raad van bestuur wijst een aanvraag voor een vergunning in ieder geval af, indien de aanvrager niet kan aantonen dat hij:

  1. rechtspersoonlijkheid bezit;

  2. is opgericht in overeenstemming met de wetgeving van een staat die partij is bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; en

  3. zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging in een staat als bedoeld in onderdeel b heeft.

2.

Indien de hoofdvestiging van de aanvrager zich buiten Nederland bevindt, verbindt de raad van bestuur als voorschrift aan de vergunning dat deze uitsluitend wordt geëxploiteerd door een nevenvestiging van de aanvrager die zich wel in Nederland bevindt.

Artikel 4. Duur van de vergunning

Artikel 5. Afdrachten

Artikel 6. Noodzakelijke kosten

Artikel 7. Prijzen en premies

Artikel 8. Algemeen belang

Artikel 9. Transparantie

Artikel 10. Personeel en uitbesteding

Artikel 11. Continuïteit

Artikel 12. Betrouwbaarheid

Artikel 13. Spelaanbod

Artikel 14. Incidenten

Artikel 15. Intrekking van de vergunning

Artikel 16. Schorsing van de vergunning

Artikel 17. Intrekking beleidsregels

Artikel 18. Inwerkingtreding

Artikel 19. Citeertitel