De bevoegde instantie als bedoeld in artikel 4, veertiende lid, van de verordening is de deurwaarder als bedoeld in de Gerechtsdeurwaarderswet.
Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
Uitvoeringswet verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat Verordening (EU) Nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken (PbEU 2014, L 189) moet worden uitgevoerd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder «de verordening»: Verordening (EU) Nr. 655/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van een procedure betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen om de grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen in burgerlijke en handelszaken te vergemakkelijken (PbEU 2014, L 189).
Artikel 2
Onverminderd de verordening, legt de deurwaarder het Europees bevel tot conservatoir beslag ten uitvoer, als bedoeld in artikel 23 van de verordening, overeenkomstig de Eerste en Vierde afdeling van de Vierde titel van het Derde boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Artikel 3
Het gerecht dat bevoegd is om een Europees bevel tot conservatoir beslag uit te vaardigen, als bedoeld in artikel 6, eerste, tweede en vierde lid, van de verordening, is de voorzieningenrechter van de rechtbank.
Het gerecht dat bevoegd is om een Europees bevel tot conservatoir beslag uit te vaardigen, als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de verordening, is de voorzieningenrechter van de rechtbank waar de rechterlijke beslissing is gegeven of de gerechtelijke schikking is goedgekeurd of getroffen. Is de rechterlijke beslissing gegeven of de gerechtelijke schikking goedgekeurd of getroffen door een gerechtshof, dan is de voorzieningenrechter van de rechtbank die zich bevindt in het ressort van het gerechtshof bevoegd.