Voor de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 18c, 18d in combinatie met 18f, 18g en 34a van de Zorgverzekeringswet maakt het CAK gebruik van de gegevens die de zorgverzekeraar verschaft op grond van de regeling ingevolge artikel 92 van de Zorgverzekeringswet, van de gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP) en van de gegevens uit de UWV-polisadministratie.
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2017
Beleidsregels CAK inning bestuursrechtelijke premie Zorgverzekeringswet 2017
Opschrift
Aanhef
Het CAK,
Gelet op artikel 9a tot en met 9d, 18a tot en met 18g, en 34a van de Zorgverzekeringswet, alsmede paragraaf 4a en paragraaf 5 van de Regeling zorgverzekering,
In aanmerking nemende dat de Wet van 8 april 2016 tot wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten in verband met de overgang van een aantal taken van het Zorginstituut Nederland naar het CAK, welke – zoals bepaald bij Staatsblad 2016, nr. 442 – in werking treedt per 1 januari 2017;
Besluit om de volgende beleidsregels vast te stellen:
Artikel 1. De melding van de zorgverzekering als bedoeld in artikel 18c van de Zorgverzekeringswet (wanbetalers)
Het CAK maakt nadere werkafspraken met de zorgverzekeraars over de wijze en het tijdstip van aanlevering van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, en eventueel andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 18c, 18d in combinatie met 18f, 18g en 34a, van de Zorgverzekeringswet.
De zorgverzekeraars leveren de gegevens aan overeenkomstig de werkafspraken, bedoeld in het tweede lid. Gegevens die niet overeenkomstig de regeling ingevolge artikel 92 van de Zorgverzekeringswet of de nadere werkafspraken als bedoeld in het tweede lid zijn aangeleverd neemt het CAK niet in behandeling.
Het CAK neemt de melding door de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 18c, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet niet verder in behandeling indien:
de melding ziet op een zorgverzekering van een verzekeringnemer en, indien deze een andere is dan de verzekeringnemer, de verzekerde, die op het moment van de melding, bedoeld in het eerste lid, de leeftijd van 18 jaar en vijf maanden nog niet heeft bereikt;
de melding ziet op een zorgverzekering van een verzekeringnemer en, indien deze een andere is dan de verzekeringnemer, de verzekerde die onmiddellijk voorafgaande aan het moment van de melding bedoeld in het eerste lid, minder dan vijf maanden verzekerd is geweest bij de zorgverzekeraar die de melding doet;
het door de zorgverzekeraar gebruikte burgerservicenummer niet voldoet aan de daarvoor geldende eisen;
de melding niet vergezeld gaat van de verklaring als bedoeld in artikel 18c, derde lid, van de Zorgverzekeringswet;
aannemelijk is dat het aanbod tot het treffen van een betalingsregeling, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, en de mededeling, bedoeld in artikel 18a, vierde lid, van de Zorgverzekeringswet, dan wel de mededeling, bedoeld in artikel 18b, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet de verzekeringnemer, en, indien deze een andere is dan de verzekeringnemer, de verzekerde niet heeft bereikt;
de melding ziet op een zorgverzekering van een overleden verzekeringnemer en, indien deze een andere is dan de verzekeringnemer, de verzekerde.
Artikel 2. De zorgverzekering als bedoeld in artikel 9d en 18e van de Zorgverzekeringswet (voormalig onverzekerden)
Voor de toepassing en uitvoering van het bepaalde in de artikelen 18e in combinatie met 18f, 18g en 34a van de Zorgverzekeringswet maakt het CAK gebruik van de gegevens die zijn gebruikt bij de toepassing en uitvoering van de artikelen 9a, 9b, 9c en 9d van de Zorgverzekeringswet, van de gegevens uit de Basisregistratie Personen en van de gegevens uit de UWV-polisadministratie.
Het CAK maakt, zo nodig, nadere werkafspraken met de zorgverzekeraars over de wijze en aanlevering van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, en eventueel andere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 18e in combinatie met 18f, 18g en 34a van de Zorgverzekeringswet.
Artikel 3. Het besluit van het CAK over de verschuldigdheid, de heffing en de inning van de bestuursrechtelijke premie
Het CAK bericht de verzekeringnemer zo spoedig mogelijk dat de verzekeringnemer de bestuursrechtelijke premie verschuldigd is. Het CAK deelt daarbij ten minste mee:
dat degene die bij het CAK is gemeld op grond van artikel 18c van de Zorgverzekeringswet tot nader bericht van het CAK bestuursrechtelijke premie per maand verschuldigd is;
dat de bestuursrechtelijke premie, voor degene die op grond van artikel 9d, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet verzekerd is, per maand verschuldigd is gedurende 12 maanden;
wat de hoogte van de bestuursrechtelijke premie per maand is;
dat het CAK, indien mogelijk, de volledige bestuursrechtelijke premie, op de inkomsten van de verzekeringnemer, bedoeld in artikel 18f, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet zal doen inhouden;
dat het CAK, indien onderdeel d geen toepassing vindt, de bestuursrechtelijke premie int door de aan de verzekeringnemer toekomende zorgtoeslag op grond van de wet op de Zorgtoeslag of het voorschot daarop aan zich te laten uitbetalen;
dat het CAK indien onderdeel d geen toepassing vindt en onderdeel e wel toepassing vindt het restant van de bestuursrechtelijke premie op andere wijze in rekening zal brengen;
dat het CAK, indien sprake is van melding van overige verzekerden naast de verzekeringnemer op grond van artikel 18c van de Zorgverzekeringswet, de bestuursrechtelijke premie voor deze verzekerden op andere wijze in rekening brengt dan met toepassing van onderdeel d;
dat het niet mogelijk is bezwaar aan te tekenen tegen een besluit over de verschuldigdheid van de bestuursrechtelijke premie of de hoogte daarvan.