Besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg
Besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 januari 2019, kenmerk 1216589-166828-WJZ, gedaan mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op de artikelen 2:4, eerste lid, 8:22, tweede lid, 9:8, derde lid, 10:2, vierde lid, en 11:1, vijfde lid, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 februari 2019, no. W13.19.0013/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 mei 2019, kenmerk 1216583-166828-WJZ, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Begripsbepaling
Artikel 1.1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
ambulante verplichte zorg: verplichte zorg op grond van artikel 3:1, onderdelen a, b en c, van de wet anders dan die in een accommodatie aan een betrokkene wordt verleend;
verwerker: verwerker als bedoeld in artikel 4 (8) van de Algemene verordening gegevensbescherming;
persoonsgegevens: persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4 (1) van de Algemene verordening gegevensbescherming;
verwerkingsverantwoordelijke: verwerkingsverantwoordelijke als bedoeld in artikel 4 (7) van de Algemene verordening gegevensbescherming;