Regeling forensische zorg
Regeling forensische zorg
Opschrift
Aanhef
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gelet op de artikelen 1.1, tweede lid, 2.7, van de Wet forensische zorg en de artikelen 1.2, 2.5, vijfde lid, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.7, en 6.7 van het Besluit forensische zorg;
Besluit:
I
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
begeleiding: activiteiten waarmee een persoon wordt ondersteund bij het uitvoeren van algemene dagelijkse levensverrichtingen en bij het aanbrengen en behouden van structuur in en regie over het persoonlijk leven;
beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische problemen of een verstandelijke beperking, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving;
beveiligingsniveau: het niveau van de beveiliging die is georganiseerd tijdens het verblijf van de forensisch patiënt, dan wel voor de afdeling waar de forensisch patiënt verblijft;
de Minister: de Minister voor Rechtsbescherming;
de wet: de Wet forensische zorg;
het besluit: het Besluit forensische zorg.