Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi
Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 16 oktober 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2727151;
Gelet op artikel 37a, negende lid, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 42, vijfde lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 30 oktober 2019, nr. W16.19.0326/II;
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 14 november 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2731901;
Hebben goed gevonden en verstaan:
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1.1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de behandelaar: de arts, gedragsdeskundige of rechtspersoon bij wie de voorzitter het dossier met betrekking tot de behandeling van een weigerende observandus opvraagt.
de commissie: de multidisciplinaire commissie als bedoeld in artikel 37a, negende lid, van de wet.
het dossier met betrekking tot de behandeling: het dossier als bedoeld in artikel 7:454 van het Burgerlijk Wetboek.
de leden: de leden en plaatsvervangende leden van de commissie, met inbegrip van de voorzitter.
Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming.
de rapporteurs: de gedragsdeskundigen als bedoeld in artikel 37a, vierde lid, van de wet.
de secretaris: de secretaris van de commissie.
de voorzitter: de voorzitter van de commissie.
de weigerende observandus: een verdachte van een misdrijf, dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam als bedoeld in artikel 38e van de wet, ten aanzien van wie de rechter toepassing van artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht overweegt en die:
op grond van een bevel als bedoeld in het Wetboek van Strafvordering ter observatie opgenomen is geweest in een psychiatrisch ziekenhuis of een inrichting tot klinische observatie bestemd,
weigert medewerking te verlenen aan enig onderzoek als bedoeld in het vierde lid van artikel 37a van de wet, en
niet bereid is om medewerking te verlenen aan de verstrekking van persoonsgegevens betreffende een mogelijke gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens.
de wet: het Wetboek van Strafrecht.