Besluit rechtspositie Kamer van Koophandel
Besluit rechtspositie Kamer van Koophandel
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 19 december 2019, nr. WJZ / 19309774;
Gelet op artikel 15, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 februari 2020, nr. W18.19.0431/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 2 juli 2020, nr. WJZ / 20046947;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
CAO: laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn;
Kamer: Kamer van Koophandel, genoemd in artikel 2 van de Wet op de Kamer van Koophandel.
Artikel 2
In afwijking van de voor ambtenaren volgens de CAO geldende arbeidsvoorwaarden, kan voor de volgende aangelegenheden voor het personeel van de Kamer worden afgeweken van artikel 15, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen:
toepassing van de volledige arbeidsduur;
vaststelling en toepassing van afspraken over werktijden, waaronder het Nieuwe Roosteren;
berekening van het aantal in overheidsdienst doorgebrachte jaren;
vaststelling en toepassing van eigen beoordelingsafspraken;
de wijze van toepassing van de bij de CAO vastgestelde minimum- en maximumsalarisbedragen;
vaststelling van een voor het gehele personeel gelijk moment wanneer een salarisverhoging ingaat;
toepassing van een ander functiewaarderingsysteem;
vaststelling van de samenstelling van een geschillencommissie die zich bezig houdt met individuele geschillen waaronder functiewaarderingsuitkomsten, uitgezonderd de geschillen die conform de CAO worden voorgelegd aan de interpretatiecommissie;
vergoeding op declaratiebasis van kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en ’s-avonds;
vaststelling van meer belastingvrije bestemmingsmogelijkheden in het kader van het Individueel Keuze Budget (IKB) dan opgenomen in de CAO.