Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2021
Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2021
Opschrift
Aanhef
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder:
bewindspersoon: de minister van Buitenlandse Zaken en in voorkomend geval de minister zonder portefeuille of de staatssecretaris die belast is met de behartiging van een of meer tot het werkgebied van het ministerie behorende beleidsterreinen;
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon de Staat te vertegenwoordigen bij het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;
machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;
directeuren-generaal:
de directeur-generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB),
de directeur-generaal Europese Samenwerking (DGES),
de directeur-generaal Internationale Samenwerking (DGIS),
de directeur-generaal Politieke Zaken (DGPZ),
andere bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (tijdelijk) benoemde project-directeuren-generaal;
directeuren:
de directeuren, hoofddirecteuren en projectdirecteuren,
de ambassadeurs in algemene dienst en de ambassadeurs in algemene dienst met bijzondere taken;
hoofden: de hoofden van afdelingen;
chefs de poste: de hoofden van vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland, te weten ambassades, gezantschappen, consulaten-generaal, consulaten, permanente vertegenwoordigingen bij internationale organisaties en andere (tijdelijke) vertegenwoordigingen, alsmede de permanente vertegenwoordigingen van het Koninkrijk der Nederlanden in Nederland bij internationale organisaties die in Nederland zijn gevestigd.