Home

Regeling bekostiging financieel toezicht 2022

Geldig vanaf 4 juni 2022
Geldig vanaf 4 juni 2022

Regeling bekostiging financieel toezicht 2022

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 04-06-2022]

Aanhef

De Minister van Financiën en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

BESLUITEN:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder geconsolideerde jaarrekening: jaarrekening waarin de activa, passiva, baten en lasten van personen die een groep of groepsdeel vormen en andere in de consolidatie meegenomen personen, als één geheel zijn opgenomen.

Artikel 2

1.

Voor het kalenderjaar 2022 worden de bandbreedtes en tarieven, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019, voor de personen die onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten vallen, bedoeld in bijlage 1, onderdeel B, van dat besluit, als volgt vastgesteld:

Toezichtcategorie

Maatstaf

Bandbreedtes

Tarieven

Aanbieders van krediet

Particuliere cliënten (PC):

Aantal particuliere cliënten dat met de aanbieder rechtstreeks of middellijk als wederpartij een overeenkomst is aangegaan inzake krediet

 

€ 2.044 vermeerderd met:

>0 tot en met 5.000 PC

€ 6,18 per PC

>5.000 tot en met 10.000 PC

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 4,33 per PC

>10.000 tot en met 100.000 PC

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,62 per PC

>100.000 PC

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,32 per PC

Accountantsorganisaties

Omzet:

Omzet uit wettelijke controles bij organisaties van openbaar belang (OOB-controles) en bij controlecliënten die geen organisaties van openbaar belang zijn (niet OOB-controles)

 

€ 2.060 in voorkomend geval vermeerderd met:

Omzet uit OOB-controles:

 

>€ 0 tot en met € 10 miljoen

€ 42.687 per € miljoen omzet

>€ 10 miljoen tot en met € 20 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 20.456 per € miljoen omzet

>€ 20 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 11.028 per € miljoen omzet

Omzet uit niet OOB-controles:

 

>€ 0 tot en met € 20 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 13.232 per € miljoen omzet

>€ 20 miljoen tot en met € 100 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 7.433 per € miljoen omzet

>€ 100 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2.719 per € miljoen omzet

Adviseurs, bemiddelaars en crowdfundingdienstverleners

Omzet:

Omzet gerelateerd aan de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend

 

€ 609 vermeerderd met:

>0 tot en met € 2,5 miljoen

€ 2,46 per € 1.000 omzet

>€ 2,5 miljoen tot en met € 25 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1,72 per € 1.000 omzet

>€ 25 miljoen tot en met € 50 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1,22 per € 1.000 omzet

>€ 50 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,49 per € 1.000 omzet

Afwikkelondernemingen, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen

Provisie-inkomsten (PI)

Betaaldienstverleners waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:3.0b, 2:3.0g, 2:3.0l, 2:3a, eerste lid en 2:10a, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht

Personen met PI in het bereik van:

 

€ 0 tot en met € 0,2 miljoen

€ 435

>€ 0,2 miljoen tot en met € 0,5 miljoen

€ 949

>€ 0,5 miljoen tot en met € 1 miljoen

€ 1.546

>€ 1 miljoen tot en met € 5 miljoen

€ 2.109

>€ 5 miljoen

€ 2.706

Banken en clearinginstellingen

Minimum omvang toetsingsvermogen (MTV):

Minimum omvang toetsingsvermogen berekend conform de regels die op grond van artikel 3:57 van de Wet op het financieel toezicht worden bepaald

 

€ 10.640 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 80 miljoen MTV

€ 1.693 per € miljoen MTV

>€ 80 miljoen tot en met € 400 miljoen MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 732 per € miljoen MTV

>€ 400 miljoen tot en met € 4 miljard MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 381 per € miljoen MTV

>€ 4 miljard MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 112 per € miljoen MTV

Beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede bewaarders alsmede aanbieders van beleggingsobjecten alsmede beleggingsondernemingen niet voor eigen rekening (exclusief exploitanten van een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit)

Vergunning en type beleggingsdienst of -activiteit in combinatie met vermogen:

a.

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:3g Wft uitoefenen van het bedrijf van bewaarder;

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:55 Wft aanbieden van beleggingsobjecten;

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft beheren van een beleggingsinstelling in een voorkomend geval verhoogd met een bedrag per type dienst of activiteit genoemd in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel a,b of d, Wft of artikel 2: 97, vierde lid, Wft;

Vergunning als bedoeld in:

 

Art. 2:3g, 2:55, 2:65, 2:69b van de Wet op het financieel toezicht of artikel 18, tweede lid, van verordening (EU) nr. 1031/2010

€ 6.090

Art. 2:96 van de Wet op het financieel toezicht

€ 0

In combinatie met type beleggingsdienst of -activiteit

 

Ontvangen en doorgeven van orders als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2.091

Uitvoeren van orders voor rekening van cliënten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6.270

Vermogensbeheer als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8.362

Beleggingsadvies als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6.270

 

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b Wft beheren van een icbe, in een voorkomend geval verhoogd met een bedrag per type dienst genoemd in artikel 2:97, derde lid, Wft;

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft verlenen van een van de beleggingsdiensten genoemd in de onderdelen a tot en met f van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verlenen van een beleggingsdienst’;

– het op grond van een vergunning overeenkomstig artikel 18, tweede lid, verordening (EU) nr. 1031/2010 aanbieden van broeikasgasemissierechten

b. de omvang van het totaal van:

– het balanstotaal van de aanbieder van beleggingsobjecten;

– het balanstotaal van de beheerde beleggingsinstelling(en);

– het balanstotaal van de beheerde icbe(’s);

– het beheerd individueel vermogen zoals omschreven in het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het beheren van individueel vermogen’, welk begrip wordt gebruikt in onderdeel c van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip «het verlenen van een beleggingsdienst’, in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel a, Wft en in artikel 2:97, derde of vierde lid, Wft;

– het vermogen waarover wordt geadviseerd bij het ‘adviseren over financiële instrumenten’ zoals genoemd in onderdeel d van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verlenen van een beleggingsdienst’, in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel b, Wft en in artikel 2:97, derde of vierde lid, Wft.

Begeleiden of overnemen van emissies met plaatsingsgaranties als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2.091

Begeleiden van emissies zonder plaatsingsgarantie als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2.091

In combinatie met vermogen

Balanstotaal (BT)

 

€ 0 tot en met € 5 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 52,76 per miljoen BT

> € 5 miljard tot en met € 10 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 29,39 per miljoen BT

> € 10 miljard tot en met € 12 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2,34 per miljoen BT

> € 12 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,14 per miljoen BT

Beheerd individueel vermogen (BV) in voorkomend geval vermeerderd met het vermogen waarover wordt geadviseerd (AV)

 

€ 0 tot en met € 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6,66 per miljoen BV + AV

> € 1 miljard tot en met € 5 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3,33 per miljoen BV + AV

> € 5 miljard tot en met € 20 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1,10 per miljoen BV + AV

> € 20 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,83 per miljoen BV + AV

Beleggingsondernemingen voor eigen rekening

De jaarlijkse bijdrage aan de kosten voor het doorlopend toezicht bestaat uit drie delen:

1. Basisbedrag;

2. Een variabel deel dat berekend wordt aan de hand van 100 maal het minimum aan te houden toetsingsvermogen (uitkomst wordt voor 50% meegeteld);

3. Een variabel deel dat berekend wordt aan de hand van het aantal transacties (uitkomst wordt voor 50% meegeteld).

Toetsingsvermogen (TV):

Honderd maal het minimaal aan te houden toetsingsvermogen dat door DNB is vastgesteld ten aanzien van degene die handelt voor eigen rekening zoals genoemd in onderdeel a van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘verrichten van een beleggingsactiviteit’

 

€ 5.000 vermeerderd met:

>0 tot en met € 1 miljard TV

€ 39,38 per € 1 miljoen TV

>€ 1 tot en met € 10 miljard TV

In voorkomend geval vermeerderd met € 23,63 per € 1 miljoen TV

>€10 tot en met € 20 miljard TV

In voorkomend geval vermeerderd met € 3,94 per € 1 miljoen TV

>€ 20 miljard TV

In voorkomend geval vermeerderd met € 0,39 per € 1 miljoen TV

Transacties:

Aantal transacties

>0 tot en met 1 miljoen transacties

€ 23,63 per 1.000 transacties

>1 tot en met 5 miljoen transacties

In voorkomend geval vermeerderd met € 7,88 per 1.000 transacties

>5 tot en met 50 miljoen transacties

In voorkomend geval vermeerderd met € 1,57 per 1.000 transacties

>50 miljoen transacties

In voorkomend geval vermeerderd met € 0,39 per 1.000 transacties

Centrale effectenbewaarinstellingen

Transactievolume:

Het aantal afwikkelingsinstructies dat verwerkt wordt door de effectenbewaarinstelling

 

€ 10.956 vermeerderd met:

0 t/m 1,25 mln. transacties

€ 80,86 per 1.000 transacties

> 1,25 mln. t/m 2,5 mln. transacties

€ 62,89 per 1.000 transacties

> 2,5 mln. t/m 5,0 mln. transacties

€ 44,92 per 1.000 transacties

> 5,0 mln. transacties

€ 26,95 per 1.000 transacties

Centrale tegenpartijen

Omzet:

De aan de hand van de artikelen 41, 42 en 43 van Verordening (EU) nr. 648/2012 (EMIR-verordening) te bepalen waarde van het geheel aan middelen dat de centrale tegenpartij aanhoudt ter dekking van de risico’s die zij loopt.

 

€ 34.600 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 10 miljoen

€ 2.090 per € miljoen omzet

>€ 10 miljoen tot en met € 100 miljoen

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 632 per € miljoen omzet

>€ 100 miljoen tot en met € 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 98 per € miljoen omzet

>€ 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 64 per miljoen € omzet

Effectenuitgevende instellingen: markt

Marktkapitalisatie:

De gemiddelde marktkapitalisatie (GMK) van de instelling.

Personen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 21, van verordening (EU) nr. 596/2014 of artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht voor zover het aandelen uitgevende personen betreft niet zijnde beleggingsmaatschappijen:

€ 7.210 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 500 miljoen GMK

€ 30,06 per € miljoen GMK

>€ 500 miljoen tot en met € 1 miljard GMK

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 18,31 per € miljoen GMK

>€ 1 miljard tot en met € 5 miljard GMK

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8,51 per € miljoen GMK

>€ 5 miljard GMK

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,51 per € miljoen GMK

Personen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 21, van verordening (EU) nr. 596/2014 of artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht voor zover het aandelen uitgevende personen betreft zijnde beleggingsmaatschappijen

€ 990

Personen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel 21, van verordening (EU) nr. 596/2014 of artikel 5:33, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht voor zover het schuldpapier uitgevende personen betreft

€ 740

Effectenuitgevende instellingen: verslaggeving

Marktkapitalisatie terwijl voor partijen die geen marktkapitalisatie kennen het eigen vermogen relevant is:

Marktkapitalisatie:

De gemiddelde marktkapitalisatie (GMK) van de instelling.

Eigen vermogen:

Eigen vermogen (EV).

Personen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving voor zover zij een geconsolideerde jaarrekening opstellen:

€ 4.220 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 500 miljoen GMK of EV

€ 15,88 per € miljoen GMK of EV

>€ 500 miljoen tot en met € 1 miljard GMK of EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 9,64 per € miljoen GMK of EV

>€ 1 miljard tot en met € 5 miljard GMK of EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 4,83 per € miljoen GMK of EV

>€ 5 miljard GMK of EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,28 per € miljoen GMK of EV

Personen als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet toezicht financiële verslaggeving voor zover zij geen geconsolideerde jaarrekening opstellen

€ 1.980

Financiële infrastructuur: marktexploitanten, exploitanten van een MTF, OTF of een georganiseerde handelsfaciliteit, datarapporterings-dienstverleners, beheerders van benchmarks en securitisatiepartijen.

Omzet:

Omzet gerelateerd aan de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend

Personen als bedoeld in artikel 5:26 Wft. waaraan een vergunning is verleend als Marktexploitant

of een beleggingsonderneming die in Nederland een MTF of een georganiseerde handelsfaciliteit exploiteert en beheert, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:96 Wft

of een in Nederland actief zijnde houder van een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat van de Europese Unie is, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5:26 Wft.

 

>0 tot en met € 5 miljoen omzet

€ 64.000

>€ 5 tot en met € 50 miljoen omzet

€ 175.000

>€ 50 miljoen omzet

€ 650.000

Personen als bedoeld in artikel 2:103c Wft waaraan een vergunning is verleend als datarapporterings-dienstverlener of een marktexploitant als bedoeld in artikel 2:103e Wft, tweede lid, waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 5:26 Wft, eerste lid, en in de vergunning is vermeld dat deze is verleend voor werkzaamheden als bedoeld in de definitie van datarapporteringsdienst, bedoeld in artikel 1:1 Wft

of een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 2:103e Wft, eerste lid, waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96, eerste lid, is verleend voor het exploiteren van een georganiseerde handelsfaciliteit of een multilaterale handelsfaciliteit, en in de vergunning is vermeld dat deze is verleend voor werkzaamheden als bedoeld in de definitie van datarapporteringsdienst, bedoeld in artikel 1:1

€ 25.000

Een beheerder van een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening EU nr 2016/1011 (Benchmarks) waaraan in Nederland een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van die verordening.

€ 19.000

   

Een beheerder van een benchmark als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening EU nr 2016/1011 (Benchmarks) waaraan in Nederland een registratie is verleend als bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van die verordening

€ 19.000

Een Nederlandse ondertoezichtstaande instelling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van Verordening EU nr 2016/1011 (Benchmarks) beschikkende over een goedgekeurde bekrachtiging van een in een derde land aangeboden benchmark of benchmarkgroep als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die verordening

€ 19.000

Een wettelijke vertegenwoordiger van een derde land beheerder waaraan in Nederland erkenning is verleend als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van Verordening EU nr. 2016/1011 (Benchmarks)

€ 19.000

Een Nederlandse ondertoezichtstaande instelling als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van Verordening EU nr. 2017/2402 (Securitisaties)

€ 2.300

een Nederlandse ondertoezichtstaande instelling als bedoeld in artikel 28 van Verordening EU nr. 2017/2402 (Securitisaties).

€ 2.300

Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen

Deze categorie kent twee heffingsmaatstaven die beide worden toegepast:

1. Deelnemers:

Aantal actieve deelnemers

2. Vermogen:

Som van de technische voorzieningen en het eigen vermogen (TV+EV)

 

€ 705 vermeerderd met:

Deelnemers:

 

>0 tot en met 100.000 deelnemers

€ 0,44 per deelnemer

> 100.000 tot en met 500.000 deelnemers

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,04 per deelnemer

>500.000 tot en met 1.000.000 deelnemers

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,03 per deelnemer

>1.000.000 deelnemers

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,03 per deelnemer

in combinatie met Vermogen:

 

>€ 0 tot en met € 10 miljard TV+EV

in alle gevallen vermeerderd met:

€ 2,71 per € miljoen TV+EV

> € 10 miljard tot en met € 50 miljard TV+EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,45 per € miljoen TV+EV

>€ 50 miljard tot en met € 100 miljard TV+EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,11 per € miljoen TV+EV

>€ 100 miljard TV+EV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,04 per € miljoen TV+EV

Verzekeraars: Leven- en pensioen

Premie-inkomen:

Bruto premie-inkomen in Nederland (BPIN) uit pensioenverzekeringen en levensverzekeringen

 

€ 4.000 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 1 miljard BPIN

€ 713,24 per € miljoen BPIN

>€ 1 miljard tot en met € 2 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 424,91 per € miljoen BPIN

>€ 2 miljard tot en met € 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 144,17 per € miljoen BPIN

>€ 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 36,41 per € miljoen BPIN

Verzekeraars: Schade niet zijnde zorg

Premie-inkomen:

Bruto premie-inkomen in Nederland (BPIN) uitgezonderd het premie-inkomen uit zorgverzekeringen en aanvullende ziektekostenverzekeringen

 

€ 1.620 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 1 miljard BPIN

€ 182,15 per € miljoen BPIN

>€ 1 miljard tot en met € 2 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 109,08 per € miljoen BPIN

>€ 2 miljard tot en met € 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 36,37 per € miljoen BPIN

>€ 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 9,02 per € miljoen BPIN

Verzekeraars: zorg

Premie-inkomen:

Bruto premie-inkomen in Nederland (BPIN) voor zover afkomstig uit aanvullende ziektekostenverzekering

 

€ 14.210 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 1 miljard BPIN

€ 41,67 per € miljoen BPIN

>€ 1 miljard tot en met € 2 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 24,83 per € miljoen BPIN

>€ 2 miljard tot en met € 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8,37 per € miljoen BPIN

>€ 3 miljard BPIN

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 2,03 per € miljoen BPIN

2.

Twee of meer aanbieders van beleggingsobjecten waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:55 van de Wet op het financieel toezicht en die gedurende het gehele jaar, in steeds dezelfde samenstelling, gezamenlijk aanbiedingen doen aan consumenten, of deze aanbiedingen aan consumenten gezamenlijk beheren, worden voor de toepassing van dit artikel aangemerkt als één persoon.

Artikel 3

Voor het kalenderjaar 2022 worden de bandbreedtes en tarieven, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019, voor de personen die onder toezicht van De Nederlandsche Bank vallen, bedoeld in bijlage 2, onderdeel B, van dat besluit als volgt vastgesteld:

Toezichtcategorie

Maatstaf

Bandbreedtes

Tarieven

Aanbieders van diensten met betrekking tot virtuele valuta

Omzet verkregen uit het aanbieden van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta

Omzet verkregen uit het aanbieden van bewaarportemonnees.

Omzet wordt indien mogelijk bepaald aan de hand van de bruto provisie-inkomsten (PI)

Aanbieders voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta die op grond van artikel 23b, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme zijn geregistreerd of aanbieders van bewaarportemonnees die op grond van artikel 23b, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme zijn geregistreerd.

Voor de partijen geldt een maximumheffing van 10 procent van de omzet op jaarbasis met een minimum van € 2.000 (het basisbedrag) en een absoluut maximum van € 900.000.

€ 2.000 in voorkomend geval vermeerderd met:

> € 0 tot en met € 1 miljoen omzet

€ 38,89 per € 1.000 omzet

> € 1 miljoen tot en met € 10 miljoen omzet

€ 23,33 per € 1.000 omzet

> € 10 miljoen tot en met € 50 miljoen omzet

€ 9,72 per € 1.000 omzet

> € 50 miljoen omzet

€ 3,89 per € 1.000 omzet

Banken en kredietunies

Voor banken (personen a,b,d,e,f):

Minimum omvang toetsingsvermogen (MTV):

Minimum omvang toetsingsvermogen berekend conform de regels die op grond van artikel 3:57 van de Wet op het financieel toezicht worden bepaald.

Personen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de artikelen 2:11, 2:20, 3:4, eerste lid, of 3:110, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht

€ 35.000 vermeerderd met:

 

>€ 0 tot en met € 80 miljoen MTV

€ 8.332 per € miljoen MTV

>€ 80 miljoen tot en met € 400 miljoen MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3.589 per € miljoen MTV

>€ 400 miljoen tot en met € 4 miljard MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1.887 per € miljoen MTV

>€ 4 miljard MTV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 550 per € miljoen MTV

Beheerders van beleggingsinstellingen en van icbe’s, beleggingsondernemingen, bewaarders alsmede marktexploitanten die een MTF of georganiseerde handelsfaciliteit exploiteren

Voor bewaarders (personen a):

een vast bedrag.

Voor beheerders van beleggingsinstellingen en icbe’s alsmede beleggingsondernemingen (personen b, c en d):

Vergunning en type beleggingsdienst of -activiteit in combinatie met vermogen:

a.

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 Wft beheren van een beleggingsinstelling in een voorkomend geval verhoogd met een bedrag per type dienst of activiteit als genoemd in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel a,b of d Wft of artikel 2:97, vierde lid, Wft;

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b Wft beheren van een icbe, in een voorkomend geval verhoogd met een bedrag per type dienst genoemd in artikel 2:97, derde lid, Wft;

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft verlenen van een van de beleggingsdiensten genoemd in de onderdelen a tot en met f van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verlenen van een beleggingsdienst’

Type beleggingsdienst of – activiteit

€ 3.750 in voorkomend geval vermeerderd met:

Ontvangen en doorgeven van orders als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

€ 0

Uitvoeren van orders voor rekening van cliënten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 4.350

Vermogensbeheer als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 4.350

Beleggingsadvies als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0

Begeleiden of overnemen van emissies met plaatsingsgaranties als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6.800

Begeleiden van emissies zonder plaatsingsgarantie als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3.750

 

– het op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft verrichten van een van de beleggingsactiviteiten genoemd in de onderdelen a en b van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verrichten van een beleggingsactiviteit’;

   
 

b. de omvang van het totaal van:

– het balanstotaal van de beheerde beleggingsinstelling(en);

– het balanstotaal van de beheerde icbe(’s);

– het beheerd individueel vermogen zoals omschreven in het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het beheren van individueel vermogen’, welk begrip wordt gebruikt in onderdeel c van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verlenen van een beleggingsdienst’, in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel a, Wft en in artikel 2:97, derde of vierde lid, Wft;

– het vermogen waarover wordt geadviseerd bij het «adviseren over financiële instrumenten» zoals genoemd in onderdeel d van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verlenen van een beleggingsdienst’, in artikel 2:67a, tweede lid, onderdeel b, Wft en in artikel 2:97, derde of vierde lid, Wft;

– honderd maal het minimum aan te houden toetsingsvermogen dat door DNB is vastgesteld van degene die handelt voor eigen rekening zoals genoemd in onderdeel a van het in artikel 1:1 Wft gedefinieerde begrip ‘het verrichten van een beleggingsactiviteit’.

In combinatie met vermogen

 

Balanstotaal (BT)

€ 0 tot en met € 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 13,96 per miljoen BT

> € 1 miljard tot en met € 10 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8,79 per miljoen BT

> € 10 miljard tot en met € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3,49 per miljoen BT

> € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,56 per miljoen BT

Beheerd individueel vermogen (BV)

 

€ 0 tot en met € 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 13,96 per miljoen BV

> € 1 miljard tot en met € 10 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8,79 per miljoen BV

> € 10 miljard tot en met € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3,49 per miljoen BV

> € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,56 per miljoen BV

Vermogen waarover geadviseerd wordt:

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0 tot en met € 1 miljard

€ 1.250

> € 1 miljard tot en met € 10 miljard

€ 2.500

> € 10 miljard tot en met € 50 miljard

€ 5.000

> € 50 miljard

€ 12.500

Honderd maal het aan te houden toetsingsvermogen

 

€ 0 tot en met € 1 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 13,96 per miljoen van honderd maal het aan te houden toetsingsvermogen

> € 1 miljard tot en met € 10 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 8,79 per miljoen van honderd maal het aan te houden toetsingsvermogen

   

> € 10 miljard tot en met € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 3,49 per miljoen van honderd maal het aan te houden toetsingsvermogen

 

> € 50 miljard

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,56 per miljoen van honderd maal het aan te houden toetsingsvermogen

Betaalinstellingen, clearinginstellingen en elektronischgeldinstellingen

Bruto-provisie-inkomsten (PI)

Personen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de artikelen 2:3a, eerste lid, 2:4, of 2:10a van de Wet op het financieel toezicht:

€ 7.500 in voorkomend geval vermeerderd met:

Bij 2 toegestane betaaldiensten op basis vergunning

€ 5.000

Bij 3 of meer toegestane betaaldiensten op basis vergunning

€ 7.500

Personen met PI in het bereik van:

 

€ 0 tot en met € 1 miljoen

€ 75 per € 1.000

> € 1 miljoen tot en met € 10 miljoen

€ 31 per € 1.000

> € 10 miljoen tot en met € 50 miljoen

€ 2,40 per € 1.000

> € 50 miljoen

€ 0,25 per € 1.000

Personen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in de artikelen 2:54i, eerste lid, of 2:54l, eerste lid van de Wet op het financieel toezicht

€ 3.000

Depositogarantiestelsel: banken

Gegarandeerde deposito’s (GDs)

 

€ 500 vermeerderd met:

< 1 miljard GDs

€ 14,02 per

€ 1.000.000 GDs

1 tot en met 10 miljard GDs

€ 11,21 per

€ 1.000.000 GDs

> 10 miljard GDs

€ 8,41 per

€ 1.000.000 GDs

Pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen

Instellingen met vereist eigen vermogen (excl. premie-pensioeninstellingen):

Som van de technische voorziening pensioenverplichting en het vereist eigen vermogen (TV+VEV), vermenigvuldigd met een bonus/malus factor.

De bonus/malus factor is gelijk aan de som van de technische voorziening pensioenverplichting en het vereist eigen vermogen (TV+VEV), gedeeld door de som van de technische voorziening pensioenverplichtingen en het (aanwezige) eigen vermogen (TV+EV).

 

€ 2.000 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 10 miljard TV+VEV

vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

€ 40,58 per € miljoen TV+VEV vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

>€ 10 miljard tot en met € 50 miljard TV+VEV

vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6,09 per € miljoen TV+VEV vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

>€ 50 miljard tot en met € 100 miljard TV+VEV

vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1,62 per € miljoen TV+VEV vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

>€ 100 miljard TV+VEV

vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,41 per € miljoen TV+VEV vermenigvuldigd met de als volgt te berekenen bonus/malus factor:

((TV+VEV)/(TV+EV))

Instellingen zonder vereist eigen vermogen (en premie-pensioeninstellingen):

Technische voorziening pensioenverplichting (TV)

 

€ 2.000 vermeerderd met:

>€ 0 tot en met € 10 miljard TV

€ 40,58 per € miljoen TV

>€ 10 miljard tot en met € 50 miljard TV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 6,09 per € miljoen TV

>€ 50 miljard tot en met € 100 miljard TV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 1,62 per € miljoen TV

>€ 100 miljard TV

in voorkomend geval vermeerderd met:

€ 0,41 per € miljoen TV

Resolutie: banken en beleggingsondernemingen

Total assets:

Het totaal van activa op de balans zoals door banken en beleggingsondernemingen gerapporteerd aan De Nederlandsche Bank.

 

€ 500 vermeerderd met:

€ 3,66 per € miljoen total assets

Resolutie: verzekeraars

Omvang technische voorziening (TV)

 

€ 100 vermeerderd met:

€ 12,97 per € miljoen TV

Trustkantoren

Omzet

Personen met een omzet in het bereik van:

 

€ 0 tot en met € 0,1 miljoen

€ 5.000

>€ 0,1 miljoen tot en met € 0,2 miljoen

€ 16.500

>€ 0,2 miljoen tot en met € 0,5 miljoen

€ 34.000

>€ 0,5 miljoen tot en met € 1 miljoen

€ 51.500

>€ 1 miljoen tot en met € 2 miljoen

€ 80.000

>€ 2 miljoen tot en met € 5 miljoen

€ 115.000

>€ 5 miljoen tot en met € 20 miljoen

€ 173.000

>€ 20 miljoen

€ 212.000

Verzekeraars niet zijnde zorgverzekeraars

Premie-inkomen:

Bruto premie-inkomen (BPI)

 

€ 2.000 vermeerderd met:

>€ 0

€ 1.273 per € miljoen BPI

Zorgverzekeraars

Aantal verzekerden

 

€ 2.000 vermeerderd met:

>0 verzekerden

€ 0,14 per verzekerde

Artikel 4

Artikel 5