Regeling kiescollege niet-ingezetenen
Regeling kiescollege niet-ingezetenen
Opschrift
Aanhef
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op de artikelen 27, eerste lid, 36, eerste lid, in samenhang met artikel D 3, vierde lid, van de Kieswet, 38 in samenhang met G 6, tweede lid, van de Kieswet, 39 in samenhang met artikel G 1a van de Kieswet, en 40, zesde lid, van de Wet kiescollege niet-ingezetenen en de artikelen Pa 1 in samenhang met de artikelen D 3, vierde lid, G 6, tweede lid, H 1, derde lid, H 3, vijfde lid, H 9, vierde lid, H 15, I 18, vierde lid, M 6, vijfde lid, M 6b, zevende lid, en P 22, derde lid, Pa 11, eerste lid, T 2, tweede lid, en Ua 2 in samenhang met de artikelen U 16, eerste lid, in samenhang met artikel P 22, derde lid, V 9, tweede lid, in samenhang met artikel P 22, derde lid, W 1, zesde lid, W 2, derde lid en W 4, tweede lid, en Ua 3, tweede lid, van de Kieswet;
Besluit:
Titel I. Algemene bepalingen
Artikel 1
Artikel 2
De vergoeding per vergadering, bedoeld in artikel 27, eerste lid, onder a, van de Wet kiescollege niet-ingezetenen, bedraagt 1% van het maximum van salarisschaal 18 zoals overeengekomen in de CAO Rijk.