Home

Besluit artikel 10a Wet Vpb 1969

Geldig vanaf 15 juni 2024
Geldig vanaf 15 juni 2024

Besluit artikel 10a Wet Vpb 1969

Besluit 2024-12473

Voorafgaande besluiten
BLKB2013/110M, CPP2005/2662M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 15-06-2024]

De Staatsecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat het beleid voor artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 25 maart 2013, nr. BLKB2013/110M (Stcrt. 2013, 8768) dat laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 10 februari 2022, nr. 2022-1669 (Stcrt. 2022, 5018).

1. Inleiding

In artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is bepaald dat rente ter zake van schulden in bepaalde situaties niet aftrekbaar is. In dit beleidsbesluit is een aantal beleidsstandpunten opgenomen met betrekking tot de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

De Coördinatiegroep Taxhavens en Concernfinanciering (CTC) is verantwoordelijk voor de eenheid van beleid en uitvoering bij (onder andere) de toepassing van artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Gevallen waarin een standpuntbepaling precedentwerking zou kunnen hebben, legt de inspecteur voor aan de CTC (Instelbesluit CTC 2024).

De in dit besluit opgenomen goedkeuringen zijn gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Artikel 10a Wet Vpb 1969 en fraus legis

3. Situaties waarin rente niet aftrekbaar is ( artikel 10a, eerste lid, Wet Vpb 1969 )

3.1. Schulden

3.1.1. Schulden; reikwijdte begrip ‘schuld’

3.2. Rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd

3.2.1. Rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd; alternatieve criteria

3.2.2. Rechtens dan wel in feite direct of indirect verschuldigd; feitelijk aan een verbonden lichaam verschuldigd; eigenkrachtcriterium

3.3. Rechtens dan wel in feite direct of indirect verband houdend met

3.3.1. Verband houdend met; algemeen

3.3.2. Verband houdend met; latere besmetting schuld

3.3.3. Verband houdend met; vervanging schuldeiser

3.3.4. Verband houdend met; verkoop belang in verbonden lichaam

3.4. Rechtshandelingen artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, Wet Vpb 1969

3.4.1. Winstuitdelingen

3.4.1.1. Reikwijdte begrip ‘winstuitdeling’

3.4.2. Teruggaaf gestort kapitaal

3.5. Rechtshandelingen artikel 10a, eerste lid, onderdeel b, Wet Vpb 1969

3.5.1. Schuldig gebleven kapitaalstorting; moment van verbondenheid

3.5.2. Kapitaalstorting; opeenvolgende schuldig gebleven kapitaalstortingen

3.6. Rechtshandelingen artikel 10a, eerste lid, onderdeel c, Wet Vpb 1969

3.6.1. Verwerving en uitbreiding; verkrijging belang in delen

4. Verband tussen schuld en rechtshandeling ( artikel 10a, tweede lid, Wet Vpb 1969 )

5. Tegenbewijsregeling ( artikel 10a, derde lid, Wet Vpb 1969 )

5.1. Algemeen

5.1.1. Verhouding tussen artikel 10a, eerste en derde lid, Wet Vpb 1969

5.1.2. Terugkomen op afzien van beroep op tegenbewijsregeling

5.2. Dubbele zakelijkheidstoets ( artikel 10a, derde lid, onderdeel a, Wet Vpb 1969 )

5.2.1. Dubbele zakelijkheidstoets; in overwegende mate zakelijke overwegingen

5.2.2. Dubbele zakelijkheidstoets; zakelijke overwegingen schuld; (on)zakelijke omleiding

5.2.3. Dubbele zakelijkheidstoets; zakelijkheid schuld; onzakelijke rechtstreekse financiering

5.2.4. Dubbele zakelijkheidstoets; zakelijkheid schuld; financiële spilfunctie

5.2.5. Dubbele zakelijkheidstoets; zakelijkheid schuld; parallelliteitstoets

5.2.6. Dubbele zakelijkheidstoets; bedrijfsopvolging

5.3. Compenserendeheffingstoets ( artikel 10a, derde lid, onderdeel b, Wet Vpb, 1969 )

5.3.1. Gedeeltelijke effectieve onderworpenheid rentebate

5.3.2. Fiscaal consolidatieregime

5.3.3. Rentebate is niet belast bij crediteur, maar bij achterliggende aandeelhouder

5.3.4. Compenserende heffing; bij de volgende schakel?

5.3.5. Eénmalige toets (op tijdstip van aangaan schuld) of permanente toets?

6. Verbonden lichamen en verbonden natuurlijke personen ( artikel 10a, vierde en vijfde lid, Wet Vpb 1969 )

6.1. Verbondenheid. Ten minste een derde gedeelte belang

7. Samenwerkende groep ( artikel 10a, zesde lid, Wet Vpb 1969 )

8. Ingetrokken regeling

9. Inwerkingtreding

10. Citeertitel