Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken
Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken
Opschrift
Aanhef
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in nieuwe regels om te waarborgen dat tijdig beslissingen worden genomen op aanvragen op grond van de Vreemdelingenwet 2000;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
Artikel Ia
Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. In het verslag wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de ontwikkeling van het aantal tijdige beslissingen.
Artikel II
Deze wet blijft buiten toepassing indien Onze Minister van Justitie en Veiligheid vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet niet binnen de wettelijke termijn heeft beslist op een aanvraag op grond van de Vreemdelingenwet 2000 en hij vóór die datum van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling als bedoeld in artikel 4:17, derde lid of 6:12, tweede lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht heeft ontvangen.