Home

Handhavingsplan NZa

Geldig vanaf 1 januari 2015
Geldig vanaf 1 januari 2015

Handhavingsplan NZa

Besluit TH/BR-016

Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2015]

Managementsamenvatting

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) geeft met dit document inzicht in de wijze waarop zij naleving van wet- en regelgeving in de zorg bevordert. Daarmee geeft NZa uitvoering aan artikel 75 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg).

Deze beleidsregel beschrijft het beleid voor de inzet van de instrumenten voor het handhavend optreden bij een overtreding. Indien bijzondere omstandigheden in het concrete geval van een overtreding daartoe aanleiding geven, kan de NZa hiervan afwijken. De NZa wil voor de buitenwereld zichtbaar optreden als een strenge doch rechtvaardige toezichthouder. Deze beleidsregel geeft daarvoor de uitgangspunten weer.

Onder handhaving wordt verstaan: handhaving is al het handelen van de NZa dat bijdraagt aan normnaleving door zorgaanbieders en - verzekeraars door toepassing van activiteiten als onder meer preventie, signalering, oordeelsvorming, sturing en het opleggen van sancties.

De NZa ziet handhaving dus als meer dan alleen het opleggen van bestuursrechtelijke sancties. Het doel van de activiteiten is bepalend. Dit doel is terug te vinden in de missie van de NZa: ‘de NZa maakt en bewaakt goed werkende zorgmarkten. De belangen van de consument staan daarbij centraal. Efficiëntie op korte en lange termijn, markttransparantie, keuzevrijheid, toegang tot zorg en de kwaliteit zijn gewaarborgd. De consument krijgt zo de beste waar en waarde voor zijn zorgeuro’.

De NZa heeft, net als andere rijkstoezichthouders, het toezicht vormgegeven met risicogebaseerd en probleemgericht toezicht. De NZa neemt niet elke individuele klacht in onderzoek, maar benut de informatie uit klachten wel voor haar toezicht.

De NZa hanteert de volgende uitgangspunten bij haar handhavingsactiviteiten:

  • bij handhaving staat de werking van het stelsel en het daarmee gediende algemeen consumentenbelang centraal;

  • de keuze van het handhavingsinstrument wordt onder meer bepaald door de effectiviteit en efficiency van het middel;

  • de NZa grijpt in als er reden toe is; maar

  • er worden prioriteiten gesteld voor de activiteiten in het kader van toezicht en handhaving.

De NZa kan in situaties van overtreding kiezen uit verschillende handhavingsinstrumenten. De NZa maakt van geval tot geval een keuze.

1. Inleiding

In deze beleidsregel biedt de NZa haar stakeholders2 inzicht in het beleid voor de inzet van handhavingsinstrumenten. Daarmee geeft NZa gevolg aan artikel 75 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). Volgens dit artikel dient openbaar te worden gemaakt hoe de toegekende taken en bevoegdheden op het terrein van de handhaving worden uitgevoerd. De NZa gebruikt handhaving voor het bereiken van haar missie: ‘het maken en bewaken van goed werkende zorgmarkten. De belangen van de consument staan daarbij centraal. Efficiëntie op korte en lange termijn, markttransparantie, keuzevrijheid, toegang tot zorg en de kwaliteit zijn gewaarborgd. De consument krijgt zo de beste waar en waarde voor zijn zorgeuro’. NZa volgt in haar handhavingsbeleid belangrijke inzichten die de afgelopen jaren op het gebied van toezicht doorgang hebben gevonden, zoals risico- en probleemoriëntatie, professionaliteit, transparantie en een efficiënte mix van instrumenten.

Onder handhaving verstaat de NZa: handhaving is al het handelen van de NZa dat bijdraagt aan normnaleving door zorgaanbieders en - verzekeraars door toepassing van activiteiten als onder meer preventie, signalering, oordeelsvorming, sturing en het opleggen van sancties.

Deze beleidsregel legt de nadruk op de overwegingen die hierbij een rol spelen. Voor formele procedures wordt verwezen naar onder meer de desbetreffende artikelen in hoofdstuk zes van de Wmg, de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de jurisprudentie. Als bijkomende omstandigheden in het concrete geval van een overtreding daartoe aanleiding geven, kan de NZa afwijken van deze beleidsregel.

De normen en regels waarop de NZa toezicht houdt, staan in de Wmg, de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en in de daaruit voortvloeiende regelgeving.

De NZa is opgericht per 1 oktober 2006. Het zorgstelsel is sindsdien voortdurend in beweging. Evenzo zijn de inzichten in effectief handhaven aan verandering onderhevig. De NZa heeft met de huidige aanpassingen van dit plan beoogd om uiting te geven aan de in de praktijk gangbare methode om handhaving ‘maatwerk’ te laten zijn en het effect voorop te stellen. Indien nieuwe ontwikkelingen dit nodig maken, zal de NZa in de toekomst dit plan weer van aanpassingen voorzien.

De NZa heeft, net als andere rijkstoezichthouders, het toezicht vormgegeven met risicogebaseerd en probleemgericht toezicht. De NZa bewaakt hiertoe primair de werking van het systeem, dus of de verschillende partijen in de zorg hun verplichtingen nakomen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van onder andere klachten van bijvoorbeeld brancheorganisaties, consumenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders. De NZa neemt niet elke individuele klacht in onderzoek, maar benut de informatie uit de klachten wel voor haar toezicht om prioriteiten te stellen en bewijs te vergaren. Zo pakt NZa problemen in de zorg aan. De NZa is dus geen instantie voor de oplossing van individuele klachten van bijvoorbeeld consumenten. Daarvoor zijn er wegen van individuele geschilbeslechting en daarin spelen verzekeraars vaak ook een belangrijke rol. NZa kan verder handhavingsmaatregelen nemen ten aanzien van individuele partijen om normnaleving in de zorg te bevorderen.

Als sectorspecifieke toezichthouder neemt de NZa concrete handhavingsmaatregelen als dat passend is na afstemming met andere toezichthouders, zoals de NMa (Nederlandse Mededingingsautoriteit), DNB (De Nederlandsche Bank) en de IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg). Deze procedure dient onder meer de zorgvuldigheid. Voor informatie over situaties waarin afstemming aan de orde is, wordt verwezen naar de Wmg en de desbetreffende samenwerkingsprotocollen, op www.nza.nl en de websites van genoemde toezichthouders.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 staan algemene uitgangspunten voor de handhaving. Hoofdstuk 3 bevat uitleg over de algemene kenmerken van de verschillende bevoegdheden. Ook gaat de NZa in op het onderscheid van bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden en het overleg met het Openbaar Ministerie. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de manier waarop de NZa communiceert over dit plan en over concrete handhavingsmaatregelen. Hoofdstuk 5 sluit af met informatie over de rechtsbescherming bij handhavingsbesluiten.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2014, treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2015. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel ‘Handhaving’, met kenmerk TH/BR-004, ingetrokken.

Citeerregel

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Handhavingsplan NZa’

2. Uitgangspunten

2.1. Werking van het stelsel en het algemeen consumentenbelang centraal

2.2. Effectiviteit en efficiency

2.3. Ingrijpen als er reden toe is

2.4. De NZa stelt prioriteiten voor toezicht en handhaving

3. Het handhavingsinstrumentarium

3.1. Informele instrumenten

3.1.1. Voorlichting

3.1.2. Openbaarheid

3.2. Het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium

3.2.1. De aanwijzing

3.2.2. Last onder bestuursdwang

3.2.3. Last onder dwangsom

3.2.4. Bestuurlijke boete

3.3. Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving

4. Communicatie

4.1. Plan handhaving

4.2. Openbaarheid van handhavingsmaatregelen

5. Rechtsbescherming

5.1. Inleiding

5.1.1. Bezwaar en beroep

5.1.2. Procedure boete