Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
„wetgeving": de in artikel 2 bedoelde wet- en regelgeving;
„bevoegd gezag": met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Republiek Suriname de Minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting;
„bevoegd orgaan": voor de uitvoering van de wetgeving vermeld in artikel 2, onderdelen a, b en c: het Landelijk instituut sociale verzekeringen, per adres Gak Nederland bv, en voor de uitvoering van de wetgeving vermeld in artikel 2, onderdelen d, e en f: de Sociale Verzekeringsbank, dan wel de rechtsopvolger van de genoemde organen;
„uitkering": iedere uitkering in geld ingevolge de wetgeving;
„uitkeringsgerechtigde": iedere aanvrager van of gerechtigde op een uitkering;
„gezinslid": iedere persoon ten behoeve van wie recht op uitkering kan bestaan.