Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
„grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied van het Koninkrijk in Europa;
„bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië: de minister van Arbeid/de Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Socialezekerheidscorporatie, en met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden: de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland;
„bevoegd orgaan", met betrekking tot het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië: de Socialezekerheidscorporatie, en met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de takken van sociale verzekering bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b en c: het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen, p/a GAK Nederland BV, en betreffende de takken van sociale verzekering bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder d, e en f: de Sociale Verzekeringsbank of elk lichaam dat bevoegd is taken te verrichten die thans worden uitgevoerd door de genoemde organen;
„wetgeving", de wetgeving met betrekking tot de takken van sociale zekerheid genoemd in artikel 2;
„uitkering", elke uitkering of elk pensioen krachtens de wetgeving;
„uitkeringsgerechtigde", een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op een uitkering;
„gezinslid", een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
„wonen", regulier wonen;
„verblijven", tijdelijk wonen;
„uitvoeringsorganen", elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag, met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters, scholen en andere onderwijsinstellingen, de politie, het gevangeniswezen en immigratiediensten.